44 INTERVIEW
Het is de plek waar Ajax in 1972 voor het eerst
de Wereld Beker voor clubteams veroverde.
Het klassieke Olympisch Stadion is ook de
plek waar Ajax talloze Europese wedstrijden
speelde en waar de Olympische Spelen van
1928 werden gehouden.Voor Denswil en Klaassen is het Olym
pisch Stadion vooral het decor van de Copa Amsterdam.'En ik heb
hier zelfs een keer aan speerwerpen gedaan,' bekent Joël Veltman
als hij om zich heen kijkt aan de rand van het veld.'Op het ROC
hadden we hier wekelijks sportles. Hoewel ik al die beroemde
wedstrijden zelf niet bewust heb meegemaakt, merk je wel aan
alles dat dit historische grond is.'
Toen ze halverwege de jaren negentig werden geboren, zagen hun
vaders de legendarische Champions League-wedstrijden van Ajax
in het Olympisch Stadion vanaf de tribune of voor de televisie. In
het geval van Van der Hart was zijn vader op dergelijke avonden
meestal aan het werk in het Olympisch Stadion. Pa Van der Hart
was onder andere verantwoordelijk voor de reclameborden langs
het veld waarop trainer Frank de Boer destijds als speler schitterde.
Decennia eerder maakte ook opa Cor van der Hart geregeld zijn
opwachting in het Olympisch Stadion. Als aanvoerder van het
Nederlands elftal speelde de 44-voudige international er tussen
1955 en 1961 verschillende interlands. Mickey van der Hart:'Het
blijft wel een bijzonder idee dat mijn opa hier ooit voor een vol
stadion heeft gespeeld. Datzelfde geldt voor zijn jaren bij Ajax.
Doordat hij eind jaren veertig als speler en later als assistent-trainer
aan de club verbonden was, is mijn band met Ajax vrij sterk.'
TALENT
De rondgang door het Olympisch Stadion wordt afgesloten met
een korte blik in de Olympic Experience. Daarna is het tijd voor
een uitgebreid gesprek met de vier spelers die op drempel staan
van een nieuwe fase in hun voetballeven. De jeugdopleiding ligt
inmiddels achter ze. In veel gevallen hebben ze aan het eerste elftal
mogen ruiken. Het is tijd voor een volgende stap. Ze willen meer. In
de naastgelegen Oyster Club schikken ze zich aan een ronde tafel.
Voor een gesprek over zichzelf, maar ook over elkaar
Om direct met de deur in huis te vallen: wie is volgens jullie het grootste
talent hier aan tafel?
Klaassen:'Ik denk Stefano.'
Denswil (na een korte stilte):'Dan stel ik een vraag aan jou: waarom
denk je dat?'
Klaassen:'Dat denk ik eigenlijk al vanaf de jeugd. Ik heb altijd gedacht
dat jij uiteindelijk het verst zou komen. Je bent altijd rustig, maakt
je nooit zorgen en je bent altijd hard en vastberaden in duels. Dat
zijn volgens mij allemaal kenmerken waarmee je de top kan halen.'
Denswil: 'Het is moeilijk iemand aan te wijzen als grootste talent.
Vroeger waren we de talenten van de toekomst. Nu zitten we
allemaal bij het eerste elftal. Dus ja, wie is dan het grootste talent?
Het is lastig om daarin een keuze te maken. We hebben allemaal
stappen gezet in de afgelopen jaren.'
Veltman: 'Ik zou daarom zeggen: alle drie. Zowel Davy, Stefano
als Mickey staan bij mij in de plus. Kijk naar Mickey. Hij is pas
negentien jaar en al een jaar lang de derde keeper van Ajax. Wie
kan dat nou zeggen?'
Van der Hart: 'Veel hangt ook van geluk af. Het moet je af en toe
meezitten. En soms komt het echt helemaal vanuit jezelf. Ik denk
dat Joël daar een mooi voorbeeld van is. Hij heeft heel veel mensen
verrast met zijn spectaculaire ontwikkeling. Hij heeft puur op basis
van keihard werken en wilskracht het eerste elftal gehaald.Vervol-
gens stond hij er op de momenten dat het moest. Datzelfde geldt
voor Davy en Stefano. Ook zij hebben inmiddels laten zien dat ze
het niveau aankunnen.'
Hoe lang mogen we jullie nog talent noemen?
Van der Hart: 'Dat is denk ik moeilijk aan te geven. Joël is nu 21
maar hij is er wel een jaar uit geweest door blessures. Als hij die niet
had gehad, was hij wellicht al een stuk verder geweest en daardoor
geen talent meer'
Klaassen:'Het ligt er ook aan hoe veel je speelt.'
Veltman: 'Laatst stond NUSport in het teken van talent. In die
verkiezing stond Adam Maher op één. Ook Ricardo van Rhijn
stond in de top-drie. Moet je nagaan: als zelfs Ricardo nog een
talent is, dan zijn wij het voorlopig ook nog. Al heb ik mezelf
trouwens nooit echt een talent gevoeld. Die term paste volgens
mij veel beter bij jongens als Davy over wie iedereen zei dat hij
er uiteindelijk wel zou komen.'
JEUGDOPLEIDING
Ajax is voor de talenten een soort tweede thuis geworden. Ze
kwamen stuk voor stuk op jonge leeftijd in de jeugdopleiding
terecht en groeiden uiteindelijk door naar het eerste elftal, leder
volgde zijn eigen route. Denswil zit er het langst van allemaal.
Zijn eerste stappen op de Toekomst stammen uit 2000.'Ik speel
al bij Ajax sinds ik zeven ben. Het is een en al Ajax wat in mijn
hoofd zit. Ik ben in al die jaren denk ik meer bij Ajax geweest dan
dat ik thuis was. Eigenlijk kan je dus wel zeggen dat de Toekomst
mijn eerste huis is.' Dankzij zijn ooms kende Denswil de wetten
van de jeugdopleiding al een beetje. In tegenstelling tot hun neef
vielen zij na verloop van tijd af. Net als de teamgenoten mee wie
Denswil vanaf de F-pupillen samenspeelde.'Vanaf de C-junioren
was iedereen weg. Ik bleef als enige over.'
Wie het pad van Denswil volgt komt uiteindelijk ook bij Klaassen,
Veltman en Van der Hart uit. Denswil: 'Davy kwam ik voor het
eerst in de C'tjes tegen. En sinds de BI speel ik al met Joël samen.