106
HISTORIE
1918: HET 'HOUTEN STADION'
Het 'Houten stadion' met de opgang naar het veld vanaf de Middenweg. Achter de tribunes een metershoge afbeelding van een voetballer met
reclame voor het tijdschrift Revue der Sporten. Voor bordreclame werd in die jaren al vijf gulden per dag in rekening gebracht. De zege op Sparta
bracht Ajax het kampioenschap in de Eerste Klasse West A. Nadat vervolgens ook de landstitel was gewonnen, werd het stadion aangepast aan
de eisen van een kampioen, vooral de tribunecapaciteit werd vergroot. Dat was geen overbodige luxe want door het kampioenschap nam de
belangstelling voor Ajax explosief toe. Een decennium lang zouden de aanpassingen slechts ten dele voldoen, want het Houten Stadion was
vaak toch nog te klein om de massale toeloop te kunnen herbergen.
1919: AJAX - HAARLEM 3-2
Frits Terwee in een kopduel. Ajax werd in 1918 voor het eerst
in zijn geschiedenis landskampioen. Dat gebeurde in de legen
darische kampioenswedstrijd tegen Willem II (3-0), die gespeeld
werd zonder Jan de Natris omdat die de trein naar Tilburg gemist
had. In het daarop volgende seizoen zette Ajax de lijn voort. Al in
de zeventiende speelronde, op 23 februari 1919, kon door een
5-2-overwinning op HW in Wassenaar het afdelingskampioen
schap worden gevierd, in de resterende wedstrijden, waaronder
deze tegen Haarlem, evenals in de kampioenscompetitie bleef
Ajax onoverwinnelijk. Het tweede landskampioenschap op rij
werd ongeslagen behaald, een prestatie die 76 jaar later, in
1995, zou worden geëvenaard.
1934: OPENING DE MEER
Voorafgaand aan de openingswedstrijd in de Meer biedt aanvoerder Joop Pelser
namens de kampioenselftallen van 1918 en 1919 voorzitter Marius Koolhaas
(met bril) een foto aan van het oude 'Houten Stadion'. Boven de foto staan de
koppen van alle spelers uit de roemruchte kampioenslichting. De foto kreeg
een plekje in de bestuurskamer. Helemaal links met krans 'Daan' Rooden-
burgh, Ajax-lid en architect van het Ajax-stadion. Voor Jordanus Roodenburgh
had het 'Comité Huldeblijk Ajax' een zeer bijzonder cadeau in petto: twaalf
gebrandschilderde ramen. De ramen zouden hun plaats vinden in de kantine
van het Ajax-stadion en in 1996 meeverhuizen naar het nieuwe complex van
de Ajax-jeugdopleiding, de Toekomst. De financiering van de ramen kostte de
nodige moeite. Pas na een emotionele oproep in het clubblad kwamen de
laatste 300 guldens binnen.
1935: JACK REYNOLDS
Na een 4-0-zege op RCH is Ajax op 17
maart 1935 afdelingskampioen. Het elftal
zingt, met trainer Jack Reynolds in jacquet
achter de piano, het lied Er is geen club
in Holland die Ajax kan verslaan. Vooraan
zitten vanaf links Jan van Diepenbeek, Piet
van Reenen, Bob ten Have, Wim Volkers
en Piet van Deijck. Daarachter: Wim Ande-
riesen, Henk Mulders, Jan Schubert, Joh
nny Roeg en Henk Blomvliet. in Reynolds'
kampioenenkoor ontbreekt keeper Gerrit
Keizer, die wellicht wat minder muzikaal
was. Een uitstekende doelverdediger was
hij zeker. In de achttien competitiewed
strijden die tot de titel leidden, werd hij
slechts vijftien maal gepasseerd. In de
competitie om het kampioenschap van
Nederland die hierop volgde, had Ajax
geen reden tot vrolijk gezang. De titel
ging naar PSV.