Gymleraar Waterdrager Rinus Michels was een kop- sterke midvoor. Van 1946 tot 1958 speelde hij, eerst als amateur, later als (semi)prof, 268 wedstrijden voor Ajax, waarin hij 124 maal scoorde. FOTO: ARCHIEF AJAX namische, scorende midvoor. Sterk met het hoofd, een goed schot. Geen loper.' Toch hoefde volgens Rinus Michels een trainer niet ooit zelf een sterspeler te zijn geweest. 'Soms werkt dat zelfs negatief omdat een superster vaak moeite heeft om zich in te leven in de kwaliteiten van minder bedeelde spelers. Wel moet de trainer een rijke ervaring in het topvoetbal hebben om door te kunnen dringen tot de absolute top. Het belangrijkste element hierbij is het be faamde fingerspitzengefühl Dat hij ooit trainer bij zijn club zou worden was iets wat hij tijdens zijn actieve loopbaan wel voor mogelijk hield. 'Wat stelde het voor? Er werd wat in de avonduren getraind en op zondag was er de wedstrijd. Het werd niet gezien als een volwaardig beroep.' Ook na de invoering van het betaald voetbal stelden zijn trainers bij Ajax weinig voor, vond Michels. 'Ze hadden te weinig inzicht in de teamspelregels om tot zinvolle op drachten te komen. Ze konden individuele kwaliteiten niet binden aan de teamfuncties.' Michels, leraar op een school voor dove kinderen, stopte in 1957 vanwege een hernia noodgedwongen met zelf voetbal len. Een jaar later solliciteerde hij als masseur bij Ajax. Wat zou er van Michels, en Ajax, terechtgekomen zijn als hij destijds wél was aangenomen? Opvallend genoeg zou een andere (voormalige) gymleraar ruim twintig jaar na Michels' vertrek bij Ajax ook uitgroeien tot een toptrainer in Amsterdam. En ook Louis van Gaal had een verleden als voetballer bij Ajax, al was dat niet erg suc cesvol: hij kwam niet verder dan het tweede. Johan Cruijff was zijn concurrent voor de spitspositie in Ajax 1. Gerrie Mühren, destijds vaste linkshalf in het eerste, blikte in 1999 in Nieuwe Revu terug: 'Wij hadden niet zoveel contact met spelers van het tweede elftal, maar er was één speler in dat elftal die meteen de aandacht trok: Louis van Gaal. Niet omdat het een wereldvoetballer was, maar omdat hij dag in dag uit tegenover iedereen bij Ajax liep te verkondigen dat hij beter was dan Cruijff. Tot op de dag van vandaag weet ik zeker dat hij daarvan heilig overtuigd was. Louis was spits in het tweede, maar hij was niet wendbaar genoeg om de absolute top te halen. Ze hadden hem toen beter mid denvelder kunnen maken, dan had hij het spel naar zich toe kunnen halen. Maar ja, ook dan had hij het niet gered in het eerste. Ons middenveld bestond toen uit Neeskens, Haan en Mühren. Ik bedoel maar.' Johnny Rep: 'Hij had ook geen mooie, spectaculaire acties in huis, zoals dat van Ajax-toppers wordt gevraagd. Een goeie voetballer, dus, maar niet opvallend.' Van Gaal, die maar twee jaar bij Ajax had gespeeld, vertrok in 1973 naar FC Antwerp. Het lukte hem in België ook niet Bij niet alle Nederlandse Ajax-trainers was vroeger als speler te voorzien dat ze de top als oefenmeester zouden halen. Leo Beenhakker is daarvan wel het beste voorbeeld. De Rotterdammer kwam als voetballer (type waterdrager) niet verder dan drie amateurclubs uit zijn geboortestad: Tediro, Xerxes en Zwart Wit '28. Op 23-jarige leeftijd hield hij het als speler al voor gezien om assistent-trainer te worden bij SV Epe. Middenvelder Cor Brom (onder andere BVC/ Amsterdam, Limburgia, Stormvogels, VSV en Telstar) had wel een lange en qua clubs gevarieerde loopbaan en stond met de Twentse Profs, in de 'wilde' betaald voetbalbond, in 1954 aan de wieg van het officiële betaalde voetbal in Nederland. George Knobel speelde met RBC nooit in de Eredivisie. Tomislav Ivic was bij Hajduk Split even een (beperkte) aanvaller) en Stefan Kovacs acteerde bij een hele» om (langdurig) een basisplaats te veroveren. Er mochten maar vier buitenlanders tegelijk opgesteld worden en Van Gaal was daar niet altijd bij. In de winter van 1977 ging hij naar Telstar, dat aan het eind van het seizoen degradeerde. Een jaar later was Sparta aan de beurt, waar hij zijn beste periode als speler kende. Als trage, maar bijzonder slimme en technisch vaardige middenvelder zette hij er (als aanvoerder) de lijnen uit. Hij schroomde daarbij niet om de trainer te passeren. John de Wolf, ook in Nieuwe Revu: 'Ik zal nooit die keer vergeten dat hij in de eerste helft bij Roda JC mij van de linksbackplaats naar de positie van voorstopper haalde. Trainer Vonk werd helemaal gek in de rust. "Wie heeft dat bedacht," riep hij woedend. Toen stond Louis van Gaal op en zei: "Ik, trainer." En vervolgens legde hij uit waarom dit voor iedereen beter was. Vonk moest wel even slikken, maar gaf toch toe dat Louis gelijk had.'Vonk: 'In het veld was Louis de baas.' Na een minder succesvolle periode bij AZ stopte Van Gaal in 1986 als speler en werd dat wat hij gedurende zijn actieve loopbaan officieus ook al was: trainer. AJAX KICK OFF 1107 PRESENTATIEGIDS 2008 - 2009

AJAX ARCHIEF

Presentatiegids (1987-2013) | 2008 | | pagina 107