2
HISTORIF
VAIAX KJ OK Of 87
Het 'Houten Stadion' in volle glorie met de opgang naar het veld vanaf
de Middenweg. Achter de tribunes een metershoge voetballer met
reclame voor het tijdschrift Revue der Sporten. Voor bordreclame werd
in de jaren twintig al vijf gulden per dag in rekening gebracht. FOTO:
ARCHIEF AJAX
Peter Hoekstra neemt een corner in de Meer tijdens Ajax' laatste
wedstrijd in het stadion op 28 april 1996 tegen Willem II (5-1). FOTO:
GEORGE VERBERNE
John O'Brien neemt een corner in de Amsterdam ArenA. Ajax - Willem
II (4-1), 28 oktober 2001.
Ajax is niet altijd een Amsterdamse club
geweest
Ajax een puur Amsterdamse club? Vergeet
het maar. Toen Ajax in 1907 zijn terrein in
Amsterdam-Noord vanwege woningbouw moest
verlaten, viel het oog op een stuk land in de
tot 1921 zelfstandige gemeente Watergraafsmeer,
waardoor Ajax in feite veertien jaar lang géén
Amsterdamse club is geweest. Deze unieke lig
ging was er de oorzaak van dat Ajacieden uit alle
windstreken kwamen. Aangezien er tot de jaren
twintig op wat boerderijen na geen bebouwing
in de buurt was, was Ajax voor zowel spelers als
publiek aangewezen op aanvoer van elders. Men
betrok relatief veel spelers en aanhangers uit de
Indische Buurt in Amsterdam-Oost en uit het
Gooi, waarvandaan men Ajax gemakkelijk kon
bereiken met de Gooische Stoomtram, die over de
Middenweg reed.
Het oorspronkelijk tribuneloze 'stadion' kreeg na
Ajax' promotie naar de Eerste Klasse een zit- en
staantribune. Het 'Houten Stadion' was weliswaar
knus, maar bleek uiteindelijk, ondanks tal van ver
bouwingen, te klein voor het ambitieuze Ajax. De
capaciteit kwam nooit hoger dan veertienduizend
toeschouwers. Op 9 december 1934 verhuisde
Ajax een paar honderd meter oostelijker naar een
voor die tijd groot stadion, ontworpen door Daan
Roodenburgh. Het stadion stond op de plek waar
ooit hoeve Voorland had gestaan. Dit stadion
kreeg de bijnaam 'de Meer' en was tot de sloop in
1996 een uniek stadion. Veel Europese topclubs
schudden het hoofd van ongeloof als ze het kleine
stadion zagen waar dat grote Ajax in speelde. Voor
belangrijke nationale en later ook voor Europese
wedstrijden week Ajax overigens geregeld uit
naar het meer dan twee keer zo grote Olympisch
Stadion. De verhuizing naar de Amsterdam ArenA
in 1996 riep nogal wat emoties op. Aanvankelijk
waren er problemen met het gras en de sfeer, maar
geleidelijk aan raakte iedereen ervan overtuigd dat
Ajax beschikt over een modern stadion dat van
alle gemakken en comfort is voorzien.
Ajax werd in 2004 voor het laatst kampioen van Nederland. Het was
de 29ste titel in de geschiedenis van de club.
De eerste sterspeler miste de trein
Ajax is met 29 landskampioenschappen verreweg
de meest succesvolle club in Nederland. De club
werd voor het eerst kampioen van Nederland in
1918. In de kampioenswedstrijd tegen Willem II
(0-3) op 9 juni 1918 ontbrak vleugelaanvaller Jan
de Natris. Dé sterspeler van die tijd - het eerste
enfant terrible in de historie van de club - had de
trein gemist. Ter gelegenheid van de eerste titel
componeerde Emile Painparé, een vanwege de
Eerste Wereldoorlog naar Nederland uitgeweken
Belg, het clublied van Ajax, De Ajax-Marsch. De
tekst was van clubbladredacteur Dirk Knegt: 'Een
juichtoon dav're langs de velden'.
Feest in Tilburg, waar Ajax op 9 juni 1918 voor het eerst de landstitel veroverde. Jan de
Natris miste de trein en ontbreekt op de kampioensfoto. FOTO: ARCHIEF AJAX
Jan de Natris, Ajax' eerste sterspeler.
FOTO: ARCHIEF AJAX