Jan Splinter, Dick Schoenaker en René Wormhoudt. FOTO:SANDER NIEUWENHUYS
worden altijd begeleid door een
ervaren assistent. Ik vind dat niet
meer dan logisch.'
Maarten, jij bent het komende seizoen ook
actief als coördinator van de A- tot en met
de C-junioren. Wat houdt dat in?
MS: 'Dat is niet iets wat veel van
mijn tijd vraagt. Als coördinator bo
venbouw bemoei ik me onder meer
met de planning van toernooien en
ik hou bij wanneer de spelers in
actie moeten komen voor nationale
teams en districtteams. Het is goed
te combineren met mijn werk bij
Jong Ajax.'
AW: 'Ik denk dat het juist handig is
dat Maarten weet wanneer welke
spelers beschikbaar zijn. Net zoals
het goed van pas komt dat hij veel
spelers kent uit de jeugdopleiding
van de afgelopen jaren. Zelf heb ik
daar op dit moment nog te weinig
inzicht in.'
De mensen die twee jaar geleden op jul
lie stoelen zaten, zijn nu bondscoach bij
het Nederlands elftal. Tot hoever reikt jullie
ambitie?
AW: 'Ik ben niet zo'n planner. Voor
mij is het belangrijkste dat ik trainer
zijn een fantastisch vak vind, waar
ik me steeds lekkerder in ga voelen.
Ik heb veel geleerd van het assistent
schap bij Foppe de Haan en vooral bij
Wim van Zwam. Het mooiste is om
nu zelf met zo'n groep aan de gang te
gaan, mijn ervaring overbrengen. Ik
wil die jongens het gevoel geven dat
ik er voor ze ben en respect terug
krijgen. Mijn doelstelling: kampioen
worden met Jong Ajax, zo ver mo
gelijk komen in de beker en vooral
mezelf ontwikkelen. Ik heb niets voor
niets slechts een eenjarig contract ge
tekend. Ik wil plezier houden in alles
wat ik doe. En natuurlijk wil ik over
een paar jaar heus wel een keer een
club trainen.'
MS: 'Ik denk regelmatig over mijn
ambities. Ik ben vooral trainer ge
worden om met spelers te werken,
om ze te ondersteunen bij hun indi
viduele ontwikkeling. Als je te hoog
in de boom komt, bijvoorbeeld als
assistent bij het eerste elftal, gaat het
alleen over presteren. Ik weet niet of
ik daar tegen zou kunnen. Ik ben een
man van het proces.'
Toen John van de Brom twee jaar geleden
trainer werd bij Jong Ajax zei hij dat het
kampioenschap secundair was. Hoe kijken
jullie daar tegenaan?
AW: 'Jong Ajax is een tussenelftal.
Spelers voor wie de stap naar het
eerste elftal nog te groot is, kunnen
zich bij ons verder ontwikkelen. Aan
de andere kant zijn ze wel in dienst
van Ajax. Je mag dus verwachten,
zoals ik net al zei, dat ze altijd voor
het kampioenschap gaan en zo ver
mogelijk komen in de beker.'
Vorig seizoen heeft Jong Ajax vooral in het
begin matig gepresteerd en heel lang in de
onderste contreien gebivakkeerd. Op de
Toekomst zijn die prestaties ongetwijfeld
geanalyseerd. Wat is daar uitgekomen?
AW: 'Je moet dan eigenlijk nog een
jaar terug gaan. Twee seizoenen ge
leden had Jong Ajax een heel goede
lichting. Ze zijn kampioen geworden;
zes, zeven spelers zijn doorgestroomd
naar het eerste elftal. Jongens als
Babel, Maduro, Emanuelson... Het
is logisch dat je dan wat inboet aan
kwaliteit. Wat daarachter zit, kan
nooit meteen op hetzelfde niveau
zitten. Aan de andere kant: het is
wel Jong Ajax. Spelers moeten vol
doende kwaliteit hebben om beter te
presteren dan ze de eerste seizoens
helft hebben gedaan. Gelukkig zijn
ze uiteindelijk toch nog op de vijfde
plaats geëindigd.'
Waarom zal het dit seizoen beter gaan?
AW: 'Dat weet je nooit, maar het
is in ieder geval duidelijk dat we
een goede groep hebben. Een goede
mix van spelers die er al een jaar bij
zitten en nieuwe jeugdspelers. Een
groep met veel potentie. De ambitie
om goed te presteren is er in ieder
geval.'
MS: 'In deze groep zit veel "voet
bal". Wij moeten ervoor zorgen dat
alle spelers hun kwaliteiten - fysiek,
technisch en mentaal - zodanig ver
beteren dat ze klaar worden gemaakt
voor de overkant. Onze belangrijk
ste doelstelling is toch spelers leveren
aan het eerste. Nu, straks of volgend
seizoen. Ik geloof dat nu de helft van
de spelers van de A-selectie uit de
eigen opleiding komt. Fantastisch
natuurlijk! Dat is de waarde van
Jong Ajax.'
Is die grote doorstroming het gevolg van
zorgvuldig uitgestippeld beleid? Of speelt
toeval een belangrijke rol?
AW: 'Ik denk zeker dat dit het gevolg
is van het beleid.'
MS: 'Zowel voormalig technisch
directeur Louis van Gaal als zijn
opvolger Martin van Geel is een
grote voorstander van doorstroming
vanuit de jeugdopleiding en dat zijn
de trainers ook. Er is een heel goede
wisselwerking met Jong Ajax.'
Kan het nog beter?
AW: 'Het kan altijd beter! Je moet
slim zijn, het maximale eruit halen,
creatieve oplossingen bedenken. Bij
een club als Ajax mag je nooit te
vreden zijn en moet je voortdurend
bezig zijn met het verbeteren van de
totale organisatie.'
MS: 'Het voordeel is dat er nu een
paar ervaren krachten bij het eerste
elftal zijn gehaald. Jonge spelers ra
ken nooit uitgeleerd en kunnen zich
op deze manier extra ontwikkelen.'
AW: 'Elke speler heeft tekortkomin
gen, het rendement kan altijd beter.
Daar kunnen die ervaren spelers een
belangrijke rol bij spelen.'
Op maandag 21 augustus spelen jullie met
Jong Ajax de eerste competitiewedstrijd
thuis tegen Heracles. Wat voor ploeg krij
gen we te zien als het aan deze trainers
ligt?
AW: 'Ik hoop een ploeg die lekker
verfrissend speelt, een ploeg waar
veel voetbal in zit.'
MS: 'Maar ook snel en agressief.'
AW: 'Het belangrijkste is dat Jong
Ajax voetbalplezier moet uitstralen.
Ik zie de eerste weken bij het eerste
veel spelplezier, die kant willen wij
met Jong Ajax ook op.'
MS: 'Misschien kunnen de suppor
ters dit seizoen maar het beste twee
seizoenkaarten aanschaffen. Ook
eentje voor Jong Ajax.'
Ajax Magazine