De eerste! Het debuut van Ruud Krol DWS-doelman Jan Jongbloed is Johan Cruijff te vlug af. Opnieuw is een scoringskans voor Ajax verkeken. 11 december 1968 DWS-Ajax 2-1 (1-0) Toeschouwers: 23.000 Scheidsrechter: Jet Dorpmans Scoreverloop: 19. Geurtsen 1-0; 49. Geurtsen 2-0; 82. Groot 2-1 DWS: Jongbloed; Flinkevleugel, Overweg, Soetekouw, Pijlman; Kamminga, Dijkstra, Van der Vall; Seemann, Geurtsen (65. Van den Berg), Rensenbrink Ajax: Bals; Suurendonk, HulshoffVasovic en Van Duivenbode; Groot, Pronk; Swart, Cruijff, Nuninga, Keizer (74. Krol) 'We beseften toen niet hoe goed het alle maal was. We hadden een fantastisch elftal, een sterrenelftal, maar in de com petitie kregen we de Meer vaak niet vol. Dat begrepen we helemaal niet. Een Amsterdammer is verwend en arrogant, misschien had het daarmee te maken. Bij de Europa-Cupwedstrijden zat het Olympisch Stadion wel helemaal vol, maar daar zaten veel mensen van buiten Amsterdam bij, die er een dagje uit van maakten.' En die zagen allemaal Krol stijlvol met het shirt uit de broek voetballen. 'Rijnders, Neeskens, Rep deden het ook. Ik voelde me daar prettig bij. Het shirt in het broekje vond ik niet lekker zitten. Ze waren ook korter dan nu, dus na tien minuten spelen hingen ze er toch uit. In het algemeen hadden we een uit straling van "hier zijn we, kom maar op". Ik was er trots op dat ik het Ajax- shirt mocht dragen, dat naar mijn mening een van de mooiste shirts ter wereld is. "In de broek" toonde het minder. Een paar jaar geleden, als assistent-trainer bij het Nederlands elf tal, maakte ik mee dat sommige jongens er moeite mee hadden om het shirt in de broek te doen. Ze zeiden tegen me: "Trainer, u droeg toch ook het shirt uit de broek?!" Maar ja, het mag allang niet meer van de FIFA, de UEFA, de KNVB, omdat zij bang zijn dat het shirt uit de broek dragen het shirtje trekken in de hand werkt. Begrijpen doe ik het niet, maar het is nu eenmaal zo.' Salvador Dali Na 1973 vertrok de ene na de andere ster van het Gouden Ajax, en bleef Krol alleen over. 'Ik had wel weg gekund, naar Real Madrid en Arsenal bijvoor beeld, maar dat ging steeds op het laat ste moment niet door. Ik had bovendien drie snackbars in Amsterdam, die hiel den me ook in Nederland. Daarnaast had ik een sportieve droom: om met een ander Ajax weer in een Europa-Cup- finale te staan. Dat lukte in 1980 bijna, maar nadat we in de halve finale door Nottingham Forest waren uitgescha keld, knapte er iets bij me. Ik kon me moeilijk meer motiveren.' Die zomer vertrok Krol dan toch bij Ajax, richting Vancouver in Canada. Zijn mooiste periode beleefde hij bij Napoli, waar hij aanbeden werd. 'Ik heb me daar heel gelukkig gevoeld. Spelers worden op voetstuk geplaatst. Het is te gek voor woorden als je verge leken wordt met de heiligen van de stad, maar het overkwam me wel. Ik ben ij del van nature, maar die adoratie legde wel een extra grote druk bij me neer. Daardoor had ik een enorme drang om op het veld alles te geven, voor die sup porters. Ik verdiende voor die tijd veel geld, en Napels was een arme stad.' Na zijn actieve loopbaan, die hem ook twee keer in de finale van het WK had gebracht, maakte Krol drie jaar lang culturele reizen. 'Want ik speelde dan wel in Italië, maar ik had nog nooit de musea van Florence en Rome gezien. Ik ben altijd geïnteresseerd geweest in andere culturen. En via Piet Keizer en Jan Mulder was ik bij Ajax ook bevlo gen geraakt van kunst. Ik ging me erin verdiepen. Ik ben gek op Salvador Dali en Michael Parkes. Surrealistisch, ja. Iedereen kan zijn dromen erin zien, zijn eigen verhaal erin kwijt. Ik ben van nature een dromer. Via de kunst kan ik me even afsluiten van die concrete voet balwereld. Bij Ajax gingen we op zater dagmiddag met de spelersgroep gere geld naar de bioscoop. Dan zat ik niet lekker. Ik hield ervan om op zaterdag middag lekker te wandelen in het cen trum, langs galerietjes.' Is voetbal kunst? 'Het is kunstig om een goede voetballer te zijn. Jazeker, in de mooie spelpatro- nen van het Gouden Ajax en Oranje zit kunst. Om dat zo precies, zo kloppend uit te kunnen voeren.' Ook van mooie documentaires kan Krol genieten. 'Ik zag onlangs op de BBC een documentaire over olifanten in Kenia. Geweldig. Daarin kan ik intens meeleven. Het ging over baby-olifantjes die geen ouders meer hebben, of in ieder geval alleen zijn. Die worden opgevan gen en in een interactie met mensen worden ze opgevoed om later weer in de wildernis te worden vrijgelaten. Fantastisch. Dat is een mooi proces om te zien. Fantastisch.' Je kijkt heel gelukkig als je dit vertelt. 'Ik werd ook gegrepen door het enthou siasme van die mensen, hoe enthousiast ze erover vertelden. Ik was ook drie toen mijn moeder stierf. Dat vormt je ook.' Ook als Krol over zijn liefde voor Ajax vertelt, lachen zijn ogen. 'Ik vind het heerlijk om bij mijn clubje te werken. Ik heb er helemaal geen moeite mee om bij Ajax "slechts" assistent te zijn. Bij een andere Nederlandse club zou ik dat absoluut niet kunnen, maar Ajax zit in mijn hart.' Aanvoerder Ruud Krol op de schouders van Piet Schrijvers na zijn laatste wedstrijd voor Ajax op 17 mei 1980. Krol had na twaalf- eneenhalf jaar Ajax 1 een vrolijker afscheid verdiend: de bekerfinale tegen Feyenoord ging met 3-1 ver loren. Links Soren Lerby en Simon Tahamata, rechts Peter Boeve. augustus 2005 69

AJAX ARCHIEF

Presentatiegids (1987-2013) | 2005 | | pagina 69