Ambassadeurs van Suriname schromelijk verwaarloosd Eindeloos discussiëren om beter te worden De aftrap De herdenkingsdienst in de Amsterdamse RAI, in aanwezig heid van de Milan-spelers Gullit en Rijkaard, was indrukwek kend. Rijkaard zweeg, maar zijn houding toonde zijn grote bedroefdheid. Gullit richtte zich tot hun beider jeugdvriend Jerry Haatrecht. 'Jerry, als je me nu kunt horen: we houden van je.' Onvergetelijk was de minuut stilte voorafgaand aan het nacompetitieduel NEC - Heerenveen, waarbij alle ogen gericht waren op Jerry's broer, Heerenveen-speler Winnie. Als versteend stond hij op de middencirkel. Ontroerend dapper. Omdat Jerry gewild zou hebben dat hij zou spelen. Het maakte Jerry Haatrecht, speler van het Amsterdamse Neerlandia, postuum tot een bekende voetballer. De enige amateur werd zelfs de meest vooraanstaande van de spe lers van het Kleurrijk elftal die op 7 juni 1989 waren omgekomen bij de ramp met het SLM-toestel bij vliegveld Zanderij in Paramaribo. Hij had er met een aantal voorname lijk jonge profs van Surinaamse afkomst een toernooi zullen spelen om het armlastige voetbal in Suriname een impuls te geven. Bovendien zou er volop gelegenheid zijn voor familiebezoek. Maar de incapabele, gepensioneerde piloten van de SLM slaagden er niet in de aftandse DC-8 in dichte mist veilig aan de grond te zetten. De meest aansprekende Surinaamse voetballers in Nederland (onder wie de Ajacieden Winter, Roy en Menzo) hadden geen toestemming gekregen voor de reis uit angst dat ze blessures zouden oplopen. Van Ajax mocht slechts reservekeeper Lloyd Doesburg mee, als blijk van waardering voor zijn loyaliteit. Niet tot genoegen van zijn vrouw Sylvia, omdat een ticket voor haar het budget te boven ging. In Eindbestemming Zanderij reconstrueert Iwan Tol de fatale reis van het Kleurrijk elftal. Bovendien vertelt hij aan de hand van gesprekken met nabestaanden over de achtergrond en drijfveren van alle omgekomen spelers en hun trainer. De overlevende spelers (Radjin de Haan, Edu Nandlal en Sigi Lens) laat hij ook aan het woord, evenals de organisator van de reis (Sonny Hasnoe) en andere betrokkenen (zoals Ajax-spelers Stanley Menzo en Hennie Meijer). Het boek schetst een triest beeld. De reis stond vanaf het begin in een slecht gesternte. Eerst benadrukte een door Hasnoe uitgenodigde verzekeringsagent tijdens een voor bereidingbijeenkomst herhaaldelijk dat het toestel zou kunnen neerstorten en ver volgens werd het daadwerkelijke vertrek urenlang vertraagd wegens een uitgelopen onderhoudsbeurt van het vliegtuig. Het bezorgde Radjin de Haan een onbestemd gevoel, zeker toen hij door de ramen van het vliegveld zag 'dat er stukken van het vliegtuig met de hand waren bijgeschilderd'. De voorgevoelens van achterblijvende familieleden waren overeenkomstig: 'Pappa, als je nu weggaat, dan kom je nooit meer terug,' huilde het dochtertje van coach Stienstra. Schandalig waren de gebeurtenissen na de ramp. Tickets voor de nabestaanden om in Suriname de slachtoffers te kunnen identificeren werden schaamteloos ingepikt door naamgenoten. Een minimale schadevergoeding van de SLM moest zwaar bevochten worden. Brokstukken van het vliegtuig werden niet weggehaald en het monument op de plek van de ramp werd verwaarloosd. De Nederlandse overheid zag de ramp als een Surinaamse aangelegenheid, maar Surinaamse hulpverleningsorganisaties hadden nauwelijks iets te bieden. Het vergrootte het leed van de nabestaanden. Het kostte Sylvia Doesburg twaalf jaar om de dood van Lloyd een plaats te geven. Anderen konden dat helemaal niet. Ze ondervonden soms ook weinig steun uit hun omgeving. Dat bracht Winnie Haatrecht tot de verzuchting dat Surinamers grote families hebben, 'totdat je elkaar echt nodig hebt'. Hierin zal onmacht een grote rol hebben gespeeld. 'Het was ook niets voor Jerry om op die manier dood te gaan,' aldus Gullit. Marcel Liesdek, de aanvoerder die de trip miste vanwege contractonderhandelingen met Fortuna Sittard, constateert dat Surinaamse voetballers pas later de ambassadeurs van Suriname zijn geworden die de spelers van het Kleurrijk elftal wilden zijn. Zelfs postuum is het hun niet gegund geweest, omdat ze nog niet echt bekend waren. MetTols boek krijgen deze spelers alsnog een passend eerbetoon. DE GODEN ZONEN VAN AJAX TIEN JAAR B'"ter m r» t i I i I At aWP sswi ROBERT HEUKELS PSV werd in de halve finale van de Champions League sullig gestuit door AC Milan. De Brabantse club werd overladen met lof en de aanvoerder verdiende een transfer naar Barcelona. Je zou bijna vergeten dat in 1995 Ajax de Champions League gewoon wón na drie overwinningen op Milan en het jaar daarna - ondanks het vertrek van twee basisspelers - opnieuw tot de finale reikte. En dat later vier spelers ingelijfd werden door Milan en er zelfs zeven onderdak vonden bij Barcelona. Destijds werd het succes haast als normaal beschouwd. In 1995 volgde Robert Heukels als journalist dagelijks de verrichtingen van de Ajacieden. Na hun vertrek bleef hij hen met enige regelmaat spreken. Hij verbaasde zich erover dat ze, met uitzondering van Seedorf, bij Europese topclubs hun Ajax-successen niet konden herhalen en gezamenlijk het Nederlands elftal geen hoofdprijs konden be zorgen. Bovendien constateerde hij dat de meesten op een vervelende manier bij Ajax vertrokken, in diverse affaires verzeild raakten en afgleden naar clubs beneden hun stand. Op Danny Blind en Frank Rijkaard na waren ze nog jong geweest in 1995 en de weg naar volwassenheid bleek vol obstakels. Het bracht Heukels tot het inzicht dat het boek De godenzonen van Ajax, tien jaar later er moest komen als 'eerbetoon aan een in mijn ogen ondergewaardeerd team' en als 'tijdsbeeld' dat laat zien 'hoe het voetbal in tien jaar tijd van jongens mannen maakt, met alle gevolgen, positief én negatief, van dien'. Daartoe interviewde hij de dertien spelers van de finale tegen Milan, trainer Louis van Gaal en penningmeester Arie van Os. Heukels maakt duidelijk hoe bijzonder het was dat een team van voornamelijk lokale en zelfopgeleide spelers letterlijk onoverwinnelijk was. Ook de spelers zelf beseffen dat achteraf. 'We waren allemaal "onze jongens",' zegt Edgar Davids daarover. Edwin van der Sar heeft het 'nooit meer zo geweldig gehad als toen'. Nwankwo Kanu zou zelfs 'heel graag nog een keer voor Ajax willen spelen'. De spelers noemen de saamhorigheid als belangrijke verklaring voor het succes. Jari Litmanen: 'De kracht van dat elftal was dat iedere medespeler een ander alles gunde. Niemand hoefde per se zelf beslissend te zijn.' En niemand stelde buitensporige salariseisen. Daarbij toonde Van Gaal zich een 'schaapherder' en 'potentiële vader' van alle spelers: 'hij corrigeerde je luid en duidelijk wanneer je een grens overschreed, maar hij kon je ook zo uitgebreid en blij complimenteren datje ervan ging gloeien.' Typerend was bovendien de drang tot verbetering en de bezetenheid van alle betrok kenen. Van Gaal zorgde ervoor dat de spelers werkelijk alles wisten van elke tegenstander en mede op initiatief van Danny Blind werd over alles gediscussieerd: 'ledereen moest be grijpen waarom hij iets deed. Dus moest hij nadenken. Denk je na, krijg je een mening. En die mening ventileer je.' En wel zo intensief dat 'we waren voorbereid om het geluk af te dwingen', aldus Frank Rijkaard. Maar uiteindelijk leidde dat tot scheurtjes. Clarence Seedorf kreeg als eerste genoeg van het eeuwige gelijk van Blind. De andere donkere spelers haakten later af, gesteund door het Bosman-arrest, toen alleen de oudere, overwegend blanke spelers een fikse salarisverhoging hadden gekregen. Daarmee vervloog Litmanens hoop op een lang durige Europese succesperiode. Heukels belicht de hoogtijdagen en teloorgang van het succesteam vanuit de stand punten van alle spelers. Toch kiest hij duidelijk positie ten gunste van de donkere spelers. Vooral zijn goede contact met Seedorf meet hij breed uit, waardoor behalve Van Os ook Blind in het beklaagdenbankje terechtkomt. 'Ik voelde afgunst bij Blind,' zegt Seedorf zonder ruimte voor een weerwoord. Een mooi eerbetoon is het boek zeker. Een grappig tijdsbeeld anno 2005 ook, wanneer blijkt hoe moeilijk bereikbaar en wispelturig spelers zijn. Zo voegt Edgar Davids Heukels aan het eind van een bizar gesprek geruststellend toe: 'De volgende keer kijk ik gewoon weer kwaad, hoor.' Iwan Tol Eindbestemming Zanderij, Het vergeten verhaal van het Kleurrijk Elftal L.J. Veen, ISBN 90-204-0366-4 159 pagina's, €14,90 I Robert Heukels De godenzonen van Ajax, tien jaar later Houtekiet, ISBN 90-5240-845-9 300 pagina's, €19,95 augustus 2005 1 3

AJAX ARCHIEF

Presentatiegids (1987-2013) | 2005 | | pagina 13