Van de postduiven onder de Reynoldstribune tot de omhaal van Marco van Basten
Herinneringen aan
stadion de Meer
De in 1966 op het dak geplaatste Tien jaar geleden ging het Ajax-stadion in de Watergraafsmeer in Amsterdam Oost zijn laatste seizoen in. Ajax was
dïïoekomstmeeverhulsd naar op het toppunt van zijn kunnen: de club was Champions-Leaguewinnaar en landskampioen en de wereldtitel zou in
het komende seizoen op het programma staan. De Meer, zoals de bijnaam van het stadion luidde, was niet meer dat
knusse 'mooie huis in een grote tuin' zoals architect (en Ajax-lid) Daan Roodenburgh het in 1934 had ontworpen. De
wirwar van hekken, containers en niet bij elkaar passende verbouwingen had zijn beste tijd gehad. Er is inmiddels
een nieuwe generatie Ajax-supporters die dit stadion alleen nog maar 'van horen zeggen' kent. Tijd voor een nieuw
hoofdstuk over deze voor 'oudere' Ajacieden meest Historische grond.
tekst Marcelle van Hoof
Over het algemeen wil geen Ajacied
weten van enige kritiek op de Meer, dat
immers nog een 'echt Ajax-stadion' was.
Toch mag men er niet klakkeloos van
uitgaan dat het nieuwe stadion in 1934
zonder op- of aanmerkingen werd ont
haald. Die waren er wel degelijk, al was
het gemopper wel van een andere, wat
lichtere categorie dan de kritiek die
zestig jaar later de ArenA ten deel viel.
Een zekere Marietje Krul beklaagde zich
in het clubblad van maart 1935 over het
ontbreken van een vanaf de hoofdtribu
ne goed zichtbaar looppad, - een voor
ziening die in het oude 'houten' stadion
nog tot groot vermaak voor de elkaar
beloerende dames had gezorgd: 'Ook
dat knalhoedje van Annie, een dotje
gewoon, alleen moest dat spook er niet
onder zitten.'
Het Ajax-stadion moest volgens archi-
118 Ajax Magazine