Reislustige club werd gaandeweg succesvoller Ajax in Europa Al voordat Ajax in 1957 zijn intrede deed in het Europese bekervoetbal, was de club een graag geziene gast in het buitenland. De reislustigheid van de Ajacieden is altijd groot geweest; vijftig jaar lang vonden overal in Europa vriendschappelijke voetbalontmoetingen plaats. Vanaf 1957 kregen de Europese wedstrijden een officieel karakter. Aanvankelijk werden die duels nog steeds gezien als niet meer dan leuke uitjes, maar dat veranderde toen men zicht op succes kreeg en exotische nieuwsgierigheid plaats maakte voor de wil om altijd te winnen. In plaats van het te willen ontdekken wilde Ajax Europa veroveren. En dat lukte. tekst Marcelle van Hoof STERN De Ajax-koets toert door Boedapest (1912). Reeds na afloop van het allereerste seizoen on dernam Ajax een reis naar (het toen nog ver re) Haarlem, alwaar op 8 april 1901 Oranje met 4-2 werd verslagen. Nadat men in 1908 (nog op eigen veld) voor het eerst tegen buitenlandse clubs gespeeld had (Daring Brussel en Manchester University), trok de club vier jaar later voor het eerst de grenzen over, richting Boedapest. De trip bracht binnen en buiten de club grote opwinding teweeg; kranten wijdden er menige regel aan, zodat we de precieze aankomsttijd van de tus senstop van de Ajacieden in Wenen weten (22.30 uur). Er was weinig oponthoud onderweg, een paspoort was niet nodig en het buitenlandse geld werd onderweg bij de ober van het restauratievoertuig van de trein gewisseld, zónder toeslag. Op 2 juni 1912 speelde Ajax zijn eerste Europese uitwedstrijd, tegen MTK Budapest. 'U begrijpt dat onze har ten onrustig onder onze rood-witte shirtjes klopten,' schreef chro niqueur Jan Schoevaart. Louis Seylhouwer maakte Ajax' eerste doelpunt over de grenzen, 'na mooi samenspel van de gehele voorhoe de'. Ajax speelde enige tijd met tien man, omdat de geblesseerd uitge vallen Jan Schoevaart pas in de rust 108 Ajax Magazine

AJAX ARCHIEF

Presentatiegids (1987-2013) | 2005 | | pagina 108