Eén familie, één club De eeuw van mijn Honderd jaar geleden werd de eerste Schoevaart (Frans) lid van Ajax. Er zouden er nog velen volgen, spelend in het eerste, de jeugd of lagere seniorenelftallen, cricketend of honkballend voor Ajax, in het bestuur of in de ledenraad. Archivaris Wim Schoevaart, de zoon van Frans, is Ajax' nestor. Hij bewaakt een rood-witte erfenis. tekst Raymond Bouwman In zijn eigen kamer in de ingewan den van de ArenA duikelt Wim Schoevaart (86) uit een stapel pape rassen een handgeschreven briefje op door de toenmalige secretaris penningmeester Han Dade. 'Kijk,' zegt Wim Schoevaart, 'dit is het origineel. Dade werkte op een postkantoor, dat zie je op het briefpapier. 27 december 1904 is de datum. Toen werd mijn vader wer kend lid.' Op het epistel wordt melding gemaakt van de financiële voorwaarden: 1 gulden entreegeld, 50 cent maandelijkse contri butie en 60 cent contributie NVB, die dus nog Koninklijk moest worden. Er volgt een schier eindeloze zoektocht langs allerlei kattebelletjes. Opeens valt op dat de kamer geen computer rijk is. Meneer Schoevaart is van de generatie die zich met enige trots het recht voor behoudt dat soort nieuwlichterij te wei geren. Schoevaart: 'Hier heb ik het. Jesse Schoevaart. Hij speelt momenteel in het tweede of het derde van de zaterdag. Een technische voetballer, maar erg blessure- gevoelig. Hij is de voorlopig laatste in een eeuw Ajax-leden Schoevaart. Archivaris en erelid Wim Schoevaart bij het portret van zijn vader, voorzitter Frans Schoevaart, in de catacomben van de Meer. 'Het begon dus met mijn vader Frans Schoevaart, die in 1904 werkend lid werd. Hij bracht het tot captain van het eerste. Hij voetbalde en crickette bij Ajax, en werd later voorzitter. Dat was hij van '25 tot en met '32. Jan Schoevaart was zijn broer. Hij werd vijf jaar later lid van Ajax, en kwam ook in het eerste als midhalf. Oom Jan was commissaris, later tweede penning meester en ten slotte tweede voorzitter van '44 tot '51. Toen was Marius Koolhaas voorzitter. Dat was de opvol ger van mijn vader. Oom Jan was met Frits de Bruyn en Dolf Desmit schrijver van ons gouden jubileumboek bij het vijftigjarig bestaan van de club. Ook was hij onze clubdichter. Onder het pseudoniem 'Tric-Trac' schreef hij in het clubblad. De zoon van oom Jan speelde ook bij Ajax. Hans was vanaf 1929 voetbalkeeper in de junioren, en speelde 's zomers ook cricket en honkbal. Voor de bank waarvoor hij werkte, vertrok hij naar Indië. Mijn neef kwam later om in een Jappenkamp. 'Een andere broer van mijn vader, oom Frits, was lid vanaf 1912: back in het tweede en derde elftal. Hij vertrok in 1921 naar Malang in Nederlands-Indië, waar hij administrateur werd van de Majanglanden. Samen met de Indische augustus 2004 85

AJAX ARCHIEF

Presentatiegids (1987-2013) | 2004 | | pagina 85