Na vijf jaar is Gerard van der Lem terug bij zijn 'duppie'. De oefenmeester heeft zich al lang bewezen als trainer van een hoofdmacht en het aannemen van de klus als coach van Ajax 2 wordt door velen als een stap terug gezien. Niet door Van der Lem zelf: 'Het is maar hoe je het bekijkt. Op basis van de afgelopen jaren zou je dat kunnen concluderen. Maar het gaat mij erom dat ik gelukkig ben in mijn werk. Ik ben Ajacied en bij Ajax werken geeft mij vol doening. Maar eerlijk gezegd zou ik deze functie bij een andere club niet hebben aangenomen.' Het trainen van een tweede elftal is niet alleen een verschil in niveau, het vergt een andere instelling en aanpak dan het trainen van een A-selectie. Het gaat volgens Van der Lem bij Jong Ajax in tegenstelling tot bij het eerste niet om het resultaat van het team. 'Het interesseert mij helemaal niet of het elftal kampioen wordt. Dat is niet belangrijk. Het gaat erom dat de spelers individueel beter worden, zodat ze eventueel kunnen doorstromen naar Ajax 1. En ik moet als trainer de voorwaarden scheppen waardoor de spelers zich goed kun nen ontwikkelen. Het ligt dan aan de voetbal lers zelf of ze het goed oppikken of niet. Wat ik in de korte periode dat ik hier ben heb kunnen zien, is dat het niveau van de spelers vrij goed is. En er zit een aantal spelers bij die een meer waarde kunnen zijn. Maar het gaat erom dat ze dat elke week laten zien. Van die spelers vraag ik ook meer, omdat ik graag wil dat ze doorstro men naar het eerste.' Van der Lem was gewend het teambelang boven het individuele belang te stellen. Nu is hij dus veel meer bezig met individuele spelers. Hij doet dat vol overgave. Hij prijst zijn spelers als ze iets goed doen maar wijst, ze tevens op hun tekortkomingen. 'Als iemand iets niet goed doet, moet je dat honderd keer zeggen. En als hij het dan nog niet goed doet, moet je het nog eens honderd keer zeggen. Dat is je taak als trainer. Je moet niet alleen motiveren en stimuleren, je moet ook zeggen wat ze verkeerd doen. Zolang ze in mijn team zitten hebben ze daar recht op.' Om zijn kennis op de spelers over te brengen praat hij veel met ze. Zowel op het veld als daarbuiten. 'Ik wil iets afdwingen op basis van goede argu menten. Ik houd er niet van om iets af te dwin gen op basis van angst. Ik wil niet dat spelers bang voor me zijn. Maar ze moeten wel respect voor me hebben, net zo goed als ik dat voor hen heb. Je moet de tijd ervoor uittrekken om met ze te praten, om bepaalde dingen uit te leggen. Ook apart van de groep. Anders ga je generaliseren. In mijn visie past dat niet, want niet iedereen heeft hetzelfde karakter.' Als jongen thuis en op school en als speler bij zijn voetbalclubs had Van der Lem vroeger wei eens problemen met gezagsverhoudingen. Maar dat lag volgens hem ook aan de manier waarop de dingen hem opgelegd werden. 'Toen ik op mijn zeventiende bij Ajax wegge stuurd was, heb ik me voorgenomen dat als ik ooit trainer zou worden, ik het heel anders zou aanpakken. Ik wil niet alles bepalen en ik wil niet dingen zomaar opleggen. Ik wil dat de spe- v .a -Q <L> Iers hun eigen inbreng hebben. Ik vind het leuk als een speler tegen mij zegt: "Trainer, dit of dat is ook een oplossing".' Geluk Behalve met een groep jonge talenten heeft Van der Lem ook te maken met een aantal spe lers die bij het eerste uit de gratie zijn geraakt en bij het tweede trainen om fit te blijven in afwachting van een nieuwe club. Ook met die jongens vindt Van der Lem het belangrijk om veel te praten. 'Toevallig zijn het voetballers die ik ken door mijn verleden bij Ajax. Ik denk dat het voor die jongens heel prettig is dat ik de trainer van het tweede ben geworden. Ze weten hoe ik ben en hoe ik werk. Als je teruggezet wordt, is dat niet leuk. En als er dan ook nog een trainer bij het tweede zou zitten met wie je niet door één deur zou kunnen, of een trainer die jouw situ- i Van der Lem op het trainingsveld met Daniel Cruz en Wesley Sne- ijder. <l) CD CD <U Cl o O N c O) CD +-> CD AJAX PRESENTATIEGIDS 2002-2003

AJAX ARCHIEF

Presentatiegids (1987-2013) | 2002 | | pagina 87