1900-1998 Clubembleem Bij het 25-jarig bestaan van de club op 18 maart 1925 wordt, afgebeeld op een s porceleinen bord, de krijgshaftige kop van de Griekse held Ajax gepresenteerd als nieuw clubembleem ter vervanging van het oude (een afbeelding van een voetballer in Ajax-tenue), dat enigszins in onbruik - geraakt is. Het ontwerp houdt het uit tot 1991, wanneer een gestyleerde versie van het logo als clubwapen wordt ingevoerd. Piet van Reenen Na het seizoen f928-1929 vraagt de midvoor van het gedegradeerde UW overschrijving aan naar het net niet gedegradeerde Ajax. Piet van Reenen speelt op 15 september 1929 tegen DFC zijn eerste van in totaal 237 wedstrijden voor Ajax, waarin hij het ongeëvenaarde aantal van 273 doelpunten op zijn naam schrijft. 'Goaltjes-Piet' is negen seizoenen achtereen clubtopscorer. De gouden jaren dertig In het seizoen 1029-1930 komt Ajax nog één punt tekort voor het kampioenschap, maar een seizoen later lukt het dan eindelijk om de derde landstitel in de wacht te slepen. Op 7 juni 1931 besluit Ajax het seizoen met een 5-2 overwinning op PSV in Eindhoven en is het wachten op Feyenoord, dat nog drie wedstrijden te spelen heeft en vijf punten achterstaat. Twee weken later verliest Feyenoord van Go Ahead en is Ajax kampioen. Daarmee zijn de gouden jaren dertig in volle hevigheid losgebroken. Tussen 1930 en 1940 worden acht afdelings- en vijf landstitels veroverd, de laatste (de zevende in de geschiedenis) in 1939. De Meer Op 21 april 1934 slaat voorzitter Marius Koolhaas de eerste paal, voorzien van een rood-witte kop, de grond in van het nieuwe Ajax-stadion. Reeds op 9 december wordt 'de Meer', zoals het stadion officieus zal gaan heten, geopend met een door Ajax met 5-1 gewonnen wedstrijd tegen Stade Francais. Wim Anderiesen Op 26 mei 1940 speelt Ajax in en tegen Haarlem de laatste wedstrijd van de noodcompetitie in afdeling 1 van de eerste klasse. Ajax wint met 3-0 en eindigt in de middenmoot. Het is de laatste officiële wedstrijd van Wim Anderiesen, de beroemdste vooroorlogse Ajacied. De rijzige spil is dan vijftien jaar de motor van Ajax geweest (309 competitiewedstrijden) en sinds 1930 ook van het Nederlands elftal (46 interlands). De baf blijft rollen Ajax-trainer Jack Reynolds wordt als staatsburger van een vijandelijk land op 24 juni 1940 door de Duitse bezetters geïnterneerd. In Nederland gaat het voetbal in de oorlog zo goed en zo kwaad als het gaat 'gewoon' door. In die vijf steeds moeilijkere jaren, waarin het voetbal een van de weinige verzetjes is die het geknechte Nederlandse volk nog zijn gegund, pakt het vanaf 1941 door oud- eerste-elffalspeler Dolf van Kol getrainde Ajax één hoofdprijs. Op 27 juni 1943 staat Ajax voor het eerst sinds 1917 in de eindstrijd van het toernooi om de Ajax-midvoor Rinus Michels juicht bij een van de zes Ajax- doelpunten tijdens Ajax-VSV (6-1) op 23 december 1951. Gerrit Fischer kopt de bal in de kampioens wedstrijd tegen DWS op 4 juni 1939. Gerrit Keizer in een luchtgevecht tijdens de goedbezochte wedstrijd Ajax - Blauw Wit (5-1) om het kampioenschap van Amsterdam op 30 mei 1943. nationale beker. In het Olympisch stadion wint Ajax met 3-2 van DFC. Debuut Rinus Michels Door in Den Haag ADO met 8-3 af te drogen wordt Ajax op 9 juni 1946 afdelingskampioen. Vijf doelpunten worden gemaakt door de achttienjarige debutant Rinus Michels. Alle tien wedstrijden om het kampioenschap van Nederland speelt de jonge midvoor vervolgens mee; hij scoort daarin zeven doelpunten, maar Ajax moet op één punt de titel aan Haarlem laten. Een jaar later wordt Ajax, met de veel scorende Michels in de gelederen, voor de achtste maal kampioen van Nederland. De officiële opening van het officieus 'de Meer' geheten Ajax- stadion door wethouder Vos. AJAX PRESENTATIEGIDS 1998-1999

AJAX ARCHIEF

Presentatiegids (1987-2013) | 1998 | | pagina 101