1920 1930 Ajax Amsterdam in PlOnchcm Het twintigjarig bestaan werd uitbundig gevierd. Ajax in München, 1922. Na de uitbundige viering van het twintigjarig bestaan kwamen er voor Ajax wat minder succesvolle jaren: het afdelingskampioenschap van 1921 werd niet gevolgd door de landstitel. Daarna zakte Ajax langzaam af en werd van een topclub een middenmoter, ondanks de aanwezigheid van een lange rij befaamde spelers: de gebroeders Anderiesen, Van Kol, Volkers, Hamel en doelman Jan de Boer. Pas in 1927 was de club terug: tweemaal werd de titel in de Westelijke afdeling 1 gewonnen, maar Heracles en Feyenoord gingen met het landskampioenschap aan de haal. Nadat in het seizoen 1928-1929 van alles misliep en de club maar net aan degradatie kon ontsnappen, eindigde Ajax het decennium weer in majeur. Op 2 maart 1930 was de zesde afdelingstitel een feit, na een 3-0 zege op Sparta. Voor de wedstrijden om het kampioenschap van Nederland week Ajax voor het eerst uit naar het gloednieuwe Olympisch Stadion. Daar scoorden de Amsterdammers achttien keer in vier wedstrijden, maar dat was niet voldoende om Go Ahead achter zich te laten. De titel verdween naar het elftal van doelman Leo Halle. Enkele weken later ging Ajax op reis, maar de voetballers keerden somber gestemd in Amsterdam terug: op 21 juni 1930 leden zij de zwaarste nederlaag in de geschiedenis van de vereniging, toen Rapid Wien de Amsterdammers verpletterde met 16-2! Het Ajax-team dat te boek stond als de Gouden Ploeg. Staand van links naar rechts: Smit, De Natris, Hordijk, De Haan, Couton, Van Dort. Zittend: A. Pelser, Terwee, Brokmann, Gupffert. In het midden J. Pelser.

AJAX ARCHIEF

Presentatiegids (1987-2013) | 1996 | | pagina 93