De historie
van Ajax
Op 18 maart 1900, om kwart voor tien 's morgens, zaten drie
jongens en enkele genodigden bijeen in een bovenzaaltje van Café
Oost-Indië aan de Amsterdamse Kalverstraat. De drie jongens
waren Floris Stempel, Han Dade en Carel Reeser, het voorlopig
bestuur van de nieuw op te richten 'Football Club Ajax'. Al in 1894
was een poging ondernomen een voetbalclub met die naam op te
richten, maar al na amper één jaar begon dit initiatief uiteen te
vallen.
De boreling huurde een veld in de Buiksloterhampolder in het
huidige Amsterdam-Noord en liet zich inschrijven voor de
competitie in de tweede klasse van de Amsterdamsche
Voetbalbond. Ajax miste op een haar na het kampioenschap, maar
speelde zo veelbelovend dat de club een jaar later werd ingedeeld
in de eerste klasse. De club ging op een veld aan de Laanweg
spelen, niet ver van het Tolhuis bij de Buiksloterpont.
In 1902 werd Ajax toegelaten als lid van de Nederlandsche
Voetbalbond en promoveerde direct van de derde naar de tweede
klasse. Na drie promoties in de eerste drie seizoenen van haar
bestaan was dat het voorlopige eindstation van de ambitieuze club.
In 1907 verhuisde Ajax naar de Watergraafsmeer waar een terrein
werd betrokken aan de Middenweg, ter hoogte van het huidige
Constantijn Huygensplein. Een jaar later, nadat het in de
wedstrijden om het kampioenschap in de tweede klasse was
verslagen, ging Ajax een fusie aan met derde-klasser Holland,
waardoor spelers als Ton Kooy en de gebroeders Pelser zich bij de
club voegden,
Het eerste Ajax-elftal, 1900.
Het Ajax-elftal viert op het terrein in Amsterdam-Noord de eerste verjaardag
van de club, voorjaar 1901.
AJAX PRESENTATIEGIDS 1996-1997