Co Adriaanse
en de eeuwige ie
Jeugd
door Raymond Bouwman
foto's Louis van de Vuurst
De directeur opleidingen Co Adriaanse heeft eindelijk een echt
kantoor. Tot voor kort moest de in 1992 aangestelde
Amsterdammer zijn lijnen uitzetten vanuit een huurbox die nog
het meeste weghad van een noodlokaaltje van een dorpsschool.
De situatie op sportpark de Toekomst past wat alles betreft
beter bij het imago van een wereldkampioen. 'Het enige nadeel',
geeft Adriaanse toe, 'is de afstand tussen de Arena en de
Toekomst. Maar dat nadeel wordt gelukkig ruimschoots
gecompenseerd.' Ajax heeft een ander lichaam gekregen, maar
de ziel is ongeschonden.
De jeugdopleiding van Ajax was altijd al
wereldberoemd. Ruim voor de komst van
directeur Co Adriaanse vroeg de
concurrentie zich al af waar toch het
geheim lag van het Amsterdamse succes.
Met graagte liet men zich rondleiden over
het complex van Voorland. Imponerend
was het allemaal niet. Aan de overkant van
het slootje - waar de ballen vaak in
terechtkwamen - zag men een zeer
bescheiden accommodatie, met een niet
overdreven groot clubhuis, vrij krappe
kleedkamers en zeggen en schrijven één
speelveld. Eerst was ook het veld voor het
clubhuis nog voor wedstrijden bestemd,
maar uiteindelijk besloot men daar toch
een kunstgrasveld aan te leggen, opdat er
dan tenminste altijd getraind kon worden
op een acceptabele ondergrond. Het had
tot gevolg dat er op het enig overgebleven
speelveld noodgedwongen roofbouw werd
gepleegd. Het waren duidelijk niet de
omstandigheden die het verschil maakten.
Volgens de meeste Ajacieden lag het
behalve aan de vakkundigheid van de
technische staf toch voornamelijk aan de
nabijheid van de Meer. Tussen Voorland
en het Ajax-stadion zat slechts één houten
bruggetje. 'Daar, tussen die vier
lichtmasten moet je zien te komen', riepen
oer-Ajacieden als Bobby Haarms en Dirk
de Groot altijd tegen de talenten. De jeugd
zag het eerste; het eerste zag de jeugd. Dat
was de basis.
228
AJAX PRESENTATIEGIDS 1996-1997