Je ziet het nog wel eens op huizen staan: linquenda. Meestal zijn de bewoners religieus. Ze willen er mee uitdrukken dat de woning - ook al woon je er je hele leven - toch slechts een tijdelijke behuizing is. Wacht niet het bejaardentehuis, dan toch zeker de overgang naar een leven na het leven. Linquenda: latijn voor 'wat verlaten moet worden'. Dé Meer - hoe lang ook de behuizing van Neerlands beste en meest succesvolle voetbalclub - ook voor haar geldt: linquenda, wat verlaten moet worden. Of moet je zeggen: wat verlaten mag worden? Wat mij betreft: de nieuwe behuizing wenkt wel, uitnodigend, verleidelijk. Toch: vergeten wat geweest is, wat goed geweest is, wat als huis een warm thuis geweest is, doet tekort.'Niet alleen aan je behuizing, maar ook aan jezelf. Er zijn van die stadions die zich pas aan je openbaren als je je door allerlei straatjes hebt gewurmd. Zoals in Deventer of in Gent. Prachtig. Je hebt van die stadions die je al van verre ziet, zoals de nieuwe Arena. Ook prachtig. Het bijzondere van De Meer is dat het beide elementen van benadering, van toenadering bevat. Die lange Middenweg die als heuse kerklaan je naar het heiligdom voert, maar je ziet hem niet. Pas op het laatst is ze daar; links. Je moet toch een bocht om voor de eigenlijke blik erop. Niet voor niets heb ik het over een 'ze', als ik over De Meer spreek. De Meer is als een moeder, het was de warmte van een thuis en een thuiskomen. Nooit zal ik vergeten wat Leo Beenhakker zei, toen hij van Real Madrid naar Ajax gehaald werd: 'Het meest verheug ik me nog op de koffie en de broodjes van tante Sien.' (Toen nog beheerster van het Spelershome). Daaruit sprak het gevoel van een ouderwets soort thuiskomen: je moeder die op je wacht met de thee. Het is het gevoel van intimiteit en geborgenheid. Zo heb ik het zelf ook altijd ervaren. Naar De Meer gaan is thuiskomen, met het hele gezin. De Meer: de moederschoot van

AJAX ARCHIEF

Presentatiegids (1987-2013) | 1996 | | pagina 167