1980
1990
In de jaren tachtig keerde Johan Cruijff tweemaal terug in de Meer. Eerst als
speler (foto), later als trainer. Onder zijn leiding werd in 1987 de Europa Cup
voor Bekerwinnaars gewonnen.
De jaren tachtig stonden bij Ajax vooral in het teken van de jeugd:
telkens weer trok de club, zoals dat al snel heette, 'een blik met
talent open', afkomstig van het jeugdcomplex Voorland. Maar
spelers die bij Ajax uitgroeiden tot internationale toppers, bleken
voor de club moeilijk te behouden. Het gevolg was dat Ajax in
Nederland schijnbaar moeiteloos aan de top bleef meedraaien,
maar internationaal geen rol van betekenis kon spelen. Ook met de
in 1981 teruggekeerde Johan Cruijff bleef internationaal succes uit.
In 1985 was Cruijff weer terug in De Meer, maar dit keer als
trainer. Hoewel de Betondorper nog geen enkele ervaring in dat
vak had, bleken alleen zijn naam en faam al voldoende om de
jonge spelers te inspireren tot grote daden. Kampioen werd Ajax
onder Cruijff nooit, maar in 1987 werd voor het eerst sinds
veertien jaar weer een Europese beker veroverd: in Athene
versloegen de Ajacieden Lokomotive Leipzig met 1-0 en de Europa
Cup voor Bekerwinnaars kon aan de erelijst worden toegevoegd.
Het vertrek van Cruijff, na onenigheid, leidde tot een neerwaartse
spiraal, met als absolute dieptepunt een Europese schorsing naar
aanleiding van ongeregeldheden bij de UEFA Cup-wedstrijd tegen
Austria Wien. Het ooit zo roemrijke Ajax was in Europa even niet
meer welkom. Maar in 1990, met Leo Beenhakker als technisch
leider, werd een traditie hooggehouden: zoals elk tiende jaar werd
Ajax ook dit keer weer landskampioen.
r
Verbeten vechten de Ajacieden Piet Wijnberg, Tscheu-la Ling en Piet Hamberg
om de bal in de wedstrijd Ajax-Tottenham Hotspur. Het mocht niet baten. In
de eerste ronde van het Europa-Cuptoernooi voor Bekerwinnaars werd het
jonge Ajax in 1981 door twee nederlagen uitgeschakeld.
Het dieptepunt. Jan Wouters ruimt puin tijdens de wedstrijd tegen Austria
Wien.
103