Het stadion
Ajax heeft zijn diepste wortels rond het Willemspark dat aan het
eind van de vorige eeuw nog behoorde tot de gemeente
Nieuwer Amstel. Die tijden liggen inmiddels al bijna een eeuw
achter ons. Na de officiële oprichting van Ajax, in 1900, kwam
de club in Amsterdam noord terecht. Daar werd een terrein
gehuurd aan de Middenweg een kwartier lopen van de pont.
Na een jaar verkaste Ajax naar de Laanweg, iets dichter bij het
IJ, en in 1907 belandde Ajax in de Watergraafsmeer, de polder
waaraan het huidige stadion zijn roepnaam "De Meer" dankt.
Het huidige Ajax-stadion, met alle verbouwingen die
sinds de oplevering in 1934 zijn aangebracht, vanuit
de lucht gezien.
Het eerste Ajax-terrein in het toen nog
zelfstandige Watergraafsmeer (in 1921
werd het Amsterdams grondgebied)
bevond zich al aan de Middenweg, maar
iets meer stadswaarts dan tegenwoordig:
daar waar zich nu het Christiaan
Huijgensplein bevindt, schuin tegenover
café Frankendael. Bij de promotie naar de
Eerste Klasse werden daar de eerste houten
tribunes geplaatst. Zo ontstond een
De prachtige gevel van het trotse Ajax-huis dat in
1934 werd gebouwd.
stadionnetje, dat gaandeweg zou worden
uitgebreid tot 20.000 plaatsen.
De ontwikkeling van Ajax tot topclub
kreeg vooral gestalte in de jaren dertig. Het
stadion bleek allengs te klein. Aan het eind
van de jaren twintig drong het Ajax-
bestuur er bij de gemeente op aan grond
ter beschikking te stellen bij de Hoeve
Voorland, nabij de Diemerbrug. De hoeve
werd gesloopt en Ajax kon een nieuw
"home" gaan bouwen.
Architect Daan Roodenburgh, zelf Ajax-
lid, ontwierp een stadion waarin Ajax en de
Ajacieden zich tot op de dag van vandaag
thuis voelen. Het stadion, met een
capaciteit van 22.000 plaatsen, en de
aanpassingen aan de infrastructuur, kostte
destijds drie ton.
Op 21 april 1934 ging de eerste paal de
drassige bodem in, en reeds acht maanden
later, op 9 december, volgde de officiële
opening met een vriendschappelijke
wedstrijd tegen Stade Francais.
In de bijna zestig jaar dat het Ajax-stadion
nu bestaat heeft het de nodige
veranderingen ondergaan. De belangrijkste
waren de overkapping van de
Reynoldstribune (tegenover de huidige
Jaap van Praagtribune) in 1965, de
verwezenlijking van een nieuw restaurant
in 1968, de aanleg van kunstlicht in 1971
en in 1984 de overkapping van de beide
staantribunes, aangeduid als "Stadszijde"
en "Diemenzijde". Een laatste verandering
was het plaatsen van zogenaamde
"Skyboxen" onder de overkapping van de
Eretribune en de bouw van het restaurant
"Le Bocal".
Tenslotte ontstond een stadion met een
capaciteit van 29.000 plaatsen. Die ruimte
is inmiddels om veiligheidsredenen
teruggebracht tot bijna 20.000.
Voor de topwedstrijden en de Europa
Cupduels wordt uitgeweken naar het
Olympisch Stadion (44.000 plaatsen) dat
sinds het vorige seizoen onder beheer van
Ajax valt. Ook aan dat stadion werd het
nodige verbeterd.
De tekeningen van het nieuwe Ajax-
stadion liggen inmiddels op tafel en de
realisatie van Ajax' nieuwe thuis moet in
1996 plaats vinden.
PRESENTATIEGIDS AJAX '93 '94