Ajax
De legendarische Engelse
trainer Jack Reynolds drukte
gedurende dertig jaar zijn
stempel op het Ajax-voetbal.
Op deze foto uit 1961 wordt
Jack in het bijzijn van zijn
vrouw door Piet van Reenen
gefeliciteerd met zijn
tachtigste verjaardag. De
overdekte zittribune
tegenover de Eretribune van
het Ajax-stadion is naar Jack
Reynolds vernoemd.
Staand van links naar rechts:
Ben Vogel, Henk Anderiesen,
Piet Vunderink, Jan Bonneveld,
Piet Strijbosch, Jan van
Diepenbeek en Dolf van Kol.
Zittend: Bob ten Have, Wim
Volkers, Piet van Reenen, Jan
Schubert en Henk Twelker.
Het Ajax-elftal met aanhang dat in 1918 voor het eerst
de landstitel veroverde.
In de dertiger jaren beleefde
Ajax een gouden periode.
Hier het elftal dat in 1932 het
landskampioenschap
behaalde.
Ook toen er nog geen Europa Cup bestond zat
het reizen Ajax al in het bloed. Regelmatig
werden er trips naar het buitenland gemaakt.
Op deze foto uit 1927 zien we de Ajax-ploeg in
Engeland die tegen Wimbledon speelde.
Al na drie jaar maakte Ajax echter een
indrukwekkende rentree op het hoogste
niveau, en reeds het eerste seizoen (1917-
18) werd dat bekroond met het
landskampioenschap, het eerste uit de
historie. De namen van de eerste Ajacieden
die zich kampioen van Nederland mochten
noemen, mogen hier uiteraard niet
ontbreken: doelman Jan Smit, backs Fons
Pelser en Frans Couton, half-backs Henk
Hordijk, Joop Pelser en Frits Terwee en
voorhoedespelers Jan de Natris, Jan van
Dort, Theo Brokmann, Frans de Haan en
Wim Gupffert.
Ook het jaar daarop kon Ajax de
kampioensvlag uitsteken, ditmaal zelfs
ongeslagen. Daarna volgde een lichte
terugval, al werd in 1921, 1927 en 1928 wel
het afdelingskampioenschap behaald.
Tijdens de jaren twintig werd de basis
gelegd voor een fantastisch elftal. Dit
gebeurde onder de bezielende leiding van
de onvergetelijke Engelse trainer Jack
Reynolds. Een man die gedurende meer
dan dertig jaar zijn stempel op de club zou
drukken.
Gouden jaren dertig
De vruchten van Reynolds' aanpak werden
in de jaren dertig op niet mis te verstane
wijze geplukt. Tussen 1930 en 1939
kroonde Ajax zich maar liefst vijf keer tot
kampioen van Nederland! Enkele
befaamde namen uit deze
kampioensformaties waren Jan de Boer,
Dolf van Kol, Wim Anderiesen, Piet
Strijbosch, Piet van Reenen, Bob ten Have,
Wim Volkers, Gerrit Keizer, Jan Schubert.
Ajax was een topclub geworden, en
natuurlijk werden de successen
weerspiegeld in de publieke belangstelling,
die in deze periode groeide. Het oude,
houten stadion, dat ongeveer op de plek
van het huidige Christiaan Huygensplein
in de Watergraafsmeer lag, werd te klein en
in 1934 werd een gloednieuw stadion in
gebruik genomen, ontworpen door Daan
Rodenburgh. Datzelfde stadion is thans
nog steeds in gebruik.
Na de triomfrijke jaren dertig volgden de
voor heel Nederland zware oorlogsjaren,
waarin het voetbal uiteraard naar het
tweede plan werd verwezen. Ook voor Ajax
waren het magere jaren, maar reeds
onmiddelllijk na de bevrijding deed de
club weer van zich spreken. Met nog steeds
Jack Reynolds als trainer werd in 1947 het
DDCCCKITATItrinC A i A V '03 'Q/l