i)
N<*
T 5
rie Mühren, Swart (later Rep), Dick van
Dijk, en het legendarische duo Cruijff-
Keizer. Had Ajax in 1971 afgezien van
een wedstrijd om de Wereldbeker, een
jaar later kruiste het wel de degens met
de Zuidamerikanse kampioen, Indepen-
diente. Na twee enerverende wedstrijden
(1-1 en 3-0) prijkte ook deze bokaal in de
prijzenkast in De Meer. Ajax had de
finitief naam gemaakt als Europese top
club, en de roodwitte uitstraling schitter
de wereldwijd.
Na deze successen volgde echter het vert
rek van een aantal sterspelers: Cruijff
ging naar Barcelona (voor het toenmali
ge recordbedrag van zes miljoen gulden),
evenals Neeskens. Met het vertrek van
Rep (Valencia), Gerrie Mühren (Betis
Sevilla) en Arie Haan (Anderlecht) en het
stoppen van Keizer en Swart was het
voorlopig met de internationale
rooftochten gedaan.
Toch was Ajax in 1980, onder leiding van
Leo Beenhakker, weer dicht bij een Euro
pa Cup-finale. Voor het elftal, met spelers
als Piet Schrijvers, Schoenaker, Krol, Ar-
nesen, Lerby, Boeve, Tahamata, Henning
Jensen en Tscheu-la Ling, was Notting Fo
rest in de halve finale echter net iets te
sterk.
Nationaal was Ajax echter weer geheel
terug, hetgeen wordt onderstreept door
de vele landstitels en KNVB-bekers die
sinds 1976 zijn behaald.
Een grote rol in het handhaven van het
hoge gemiddelde speelde (en speelt!) de
befaamde jeugdopleiding van Ajax.
Topvoetballers als Simon Tahamata, Wim
Kieft, Frank Rijkaard, Gerald Vanenburg,
Marco van Basten, Sonny Silooy en John-
4 Ruud Krol, eerst
linksachter, later li:
bero en record-in
ternational van
Ajax.
Johan Cruijff, de
levende legende die
als "Nummer 14"
furore maakte.
PRESENTATIEGIDS AJAX '9?
'93 89