H
trainer jack Reynolds. Gedurende een pe
riode van meer dan dertig jaar zou Reynolds
zijn stempel op de club drukken.
gouden jaren dertig
AJAX van 1900
oewel de bouwstenen van wat eens
Neerlands meest geliefde en gelauwerde
club zou worden al vanaf 1893 werden op
gestapeld, werd de Amsterdamsche Foot
Ball Club Ajax" op 18 mart 1900 officieel op
gericht.
Het waren de leden Floris Stempel, Han Da-
de en Carel Reeser die de ambitieuze jonge
voetballers op die datum bijeen riepen in het
Amsterdamse Café Oost Indië. Daar vond
de oprichting plaats.
In 1902, na twee seizoenen in de Amster
damse Voetbal Bond te zijn uitgekomen,
promoveerde Ajax naar de derde klasse van
de Nederlandse Voetbal Bond. Dat succes
werd een jaar later gevolgd door promotie
naar de tweede klasse.
Na een fusie met de vereniging "Holland", in
1908, promoveerde Ajax naar de eerste
klasse.
Bekende spelers uit die periode waren, on
der leiding van de Ierse trainer John Kirwan,
Fons Pelser, Jan en Frans Schoevaart, Gé
Fortgens (die als eerste Ajacied het Neder
lands Elftal zou bereiken) en Jaap Grootme-
ijer.
In de beginjaren in de hoogste afdeling had
Ajax het niet makkelijk. In 1914 kwam het tot
degradatie, tot op heden de enige keer dat
Ajax zoiets overkwam.
Drie jaar later maakte Ajax echter een on
stuitbare rentree in de eerste klasse en een
jaar later, 1918, vierde Ajax de eerste lands
titel uit de historie. In de kampioenskompe-
Ajax' legendarische
trainer,
Jack Reynolds
1918, de eeste landstitel
titie werden de afdelingskampioenen Go
Ahead, Willem II, AFC en Be Quick door Ajax
afgetroefd.
De namen van de eerste Ajacieden die zich
kampioen van Nederland konden noemen
mogen hier uiteraard niet ontbreken: doel
man Jan Smit, de backs Fons Pelser en
Frans Couton, de half-backs Henk Hordijk,
Joop Pelser en Frits Terwee en de voorhoe
despelers Jan de Natris, Jan van Dort, Theo
Brokmann, Frans de Haan en Wim Gupffert.
Ook het jaar daarop kon Ajax de kam-
pioensvlag uitsteken. Daarna volgde een
lichte terugval, hoewel Ajax zich in 1921,
1927 en 1928 steeds voor de kampioens
competitie wist te kwalificeren.
Tijdens deze jaren twintig werd de basis ge
legd voor een fantastisch elftal.
Dat gebeurde onder de bezielende leiding
van een onvergetelijke Ajacied, de Engelse
Het kampioenselftal van 1932
De vruchten van Reynolds' voorbereidin
gen werden in de jaren dertig op niet mis te
verstane wijze geplukt. Tussen 1930 en
1939 kroonde Ajax zich maar liefst vijf keer
tot kampioen van Nederland!
Beroemde Ajax-voetbal Iers uit die tijd wa
ren, om er enkele te noemen, Jan de Boer,
Dolf van Kol, Wim Anderiesen, Piet Strij-
bosch, Henk Twelker, Piet van Reenen,
Bob ten Have, Wim Volkers, Henk Blom-
vliet, Gerrit Keizer, Jan Schubert en Erwin
van Wijngaarden.
Ajax was een topclub geworden en natuur
lijk werden de successen weerspiegeld in
de publieke belangstelling die in de "gouden
eeuw" enorm groeide.
Het oude, houten, stadion, dat ongeveer op
de plek lag waar men nu het Christiaan Huij-
gensplein in de Watergraafsmeer vindt,
werd te klein en in 1934 werd er een gloed
nieuw stadion in gebruik genomen. En dat
stadion, ontworpen door architect Daan
Roodenburgh, is nog steeds het thuishonk
van de club.
Na de triomfrijke jaren dertig volgde een
moeilijk decennium, dat werd overscha
duwd door de Tweede Wereldoorlog. Ajax,
met zijn Joodse achterban, had behoorlijk
te lijden maar richtte zich na de oorlogsjaren
weer redelijk op.
Nog steeds onder trainersschap van Jack
Reynolds werd in 1947 het achtste lands
kampioenschap in de wacht gesleept. Be
kende namen uit het Ajax-elftal van 1947
waren Gerrit Keizer, Jan Potharst, Rinus Mi-
chels, Joop Stoffelen, Guus Drager, Gé van
Dijk, Cor van der Hart, Jany van der Veen en
Henk van der Linden.
Prof-voetbal
In 1954 kwam het, zeker ook voor Ajax,
door de invoering van het betaalde voetbal
tot een beslissende omwenteling in het Ne
derlandse voetbal. Na twee seizoenen was
er een schifting bereikt tussen de profclubs
en werd de "Eredivisie" ten doop gehouden.
In het eerste Eredivisieseizoen behaalde
Ajax het landskampioenschap, waarin
voetballers als Ger van Mourik. Eddie Pie-