HM
de geschiedenis van ajax
Ajax als Nederlandse topclub had uiteraard ook invloed op
de belangstelling van het publiek. Het oude stadion, gelegen
daar waar nu het Christiaan Huijgensplein in de Water
graafsmeer ligt, werd te klein en in december 1934 werd
een gloednieuw stadion in gebruik genomen. En dat stadion,
ontworpen door architekt-Ajacied Daan Roodenburg, staat er
nog steeds.
Na de succesvolle jaren dertig volgden de moeilijke jaren
veertig, voor een groot deel overschaduwd door de Tweede
Wereldoorlog. Ajax, met zijn grote joodse achterban, had
behoorlijk te lijden maar richtte zich na die donkere periode
weer redelijk op. Nog steeds onder trainersschap van Jack
Reynolds werd in 1947 het achtste landskampioenschap be
haald. Bekende namen uit het Ajax-elftal van toen waren
Gerrit Keizer, Jan Potharst, Rinus Michels, Joop Stoffelen,
Guus Drager, Gé van Dijk, Cor van der Hart en Van der
Linden.
Betaald voetbal
Een beslissende omwenteling, zeker ook voor Ajax, beteken
de de invoering van het betaalde voetbal in 1954. Na twee
seizoenen was er een schifting bereikt tussen de betaalde
clubs en aanschouwde de eredivisie het levenslicht. In het
eerste Eredivisieseizoen, 1956-1957, behaalde Ajax het
landskampioenschap. Voetballers als Ger van Mourik, Eddie
Pieters Graafland, Piet Ouderland en het ontluikende talent
Sjaak Swart hadden daar een belangrijk aandeel in.
In het daaropvolgende seizoen mocht Ajax derhalve voor het
eerst in zijn bestaan deelnemen aan de Europa Cup. Die
eerste ervaringen waren redelijk. Het Oostduitse Wismut Aue
werd uitgeschakeld waarna Ajax de tanden stukbeet op het
sterke Vasas Budapest.
Drie jaar later volgde het tiende landskampioenschap. Na
een enerverende kompetitie moest er een beslissingswed
strijd tegen Feyenoord aan te pas komen om de kampioen
aan te wijzen. In een vol Olympisch Stadion versloeg Ajax
de aartsvijand op Hemelvaartsdag 1960 met 5-1.
Met name in het seizoen 1964-1965 kende Ajax moeilijke tij
den. Ternauwernood kon degradatie voorkomen worden.
Maar met de nieuwe, ambitieuze trainer Rinus Michels aan
het hoofd van een zeer talentvolle lichting voetballers werd
in het daaropvolgende seizoen de basis gelegd van Ajax als
nationale en internationale grootmacht. Daarbij mag de da
dendrang en de visie van het Ajax-bestuur, onder leiding van
Jaap van Praag, niet vergeten worden.
De resultaten van Michels' professionele aanpak werden in
het seizoen 1965-1966 meteen al zichtbaar. Met klasse
spelers als Sjaak Swart, Piet Keizer, Klaas Nuninga, Ton
Pronk, Bennie Muller, Henk Groot en de jongeren Wim Suur-
bier, Theo van Duivenbode en het zich razendsnel ontwikke
lende supertalent Johan Cruijff werd het elfde landskam
pioenschap binnengehaald.
Ook in 1967 en 1968 werd de titel in de wacht gesleept en
vormde zich het Europese Ajax.
Internationale triomfen
Een voorbode van Ajax als Europese grootmacht was in
1966 al de verbluffende overwinning in de tweede Europa
Cupronde op Liverpool. Een ontketende Sjaak Swart leidde
Ajax in de legendarische mistwedstrijd in het Olympisch Sta
dion naar een 5-1 zege. Een week later werd het karwei
door Johan Cruijff c.s. afgemaakt: 2-2.
In 1969 bereikte Ajax als eerste Nederlandse club de finale
in het toernooi der landskampioenen. Nadat FC Neurenberg,
Fenerbahce, Benfica en Spartak Trnava werden uitgescha
keld trof Ajax in die finale in Madrid het Italiaanse Milan. Met
een duidelijke 4-1 nederlaag werd Ajax duidelijk gemaakt
dat het nog niet helemaal rijp was.
Twee jaar later, in 1971, was het dat wel. De overwinning op
Panathinaikos in de Londense finale was het begin van een
trilogie. Ook in 1972 (finale tegen Internazionale) en 1973
(zege over Juventus), werd de belangrijkste Europa Cup ver
overd. De basis van het team dat, eerst onder coaching van
Rinus Michels en later onder de Roemeen Stefan Kovacs,
vele schitterende pagina's Ajax-historie schreef, zag er als
volgt uit: Heinz Stuy, Wim Suurbier, Barry Hulshoff, Velibor
Vasovic (later Horst Blankenburg), Ruud Krol, Johan Nees-
kens, Gerrie Mühren, Arie Haan (voorafgegaan door Nico
Aan het eind van de zestiger jaren bouwde Rinus Michels aan het Ajax-elftal dat de wereld zou veroveren. Deze foto uit 1967 toont ons staand van links naar
rechts: Bennie Muller, trainer Rinus Michels, Sjaak Swart, Johan Cruijff, Piet Keizer, Klaas Nuninga en Henk Groot.
Gehurkt: Wim Suurbier, Frits Soetekouw, Ton Pronk, Theo van Duivenbode, Velibor Vasovic en Gert Bals.