FINALE!
ADRIE KOSTER
Het zicht op Europees voetbal via de
reguliere competitie is een gevolg van de
opmars in de tweede seizoenshelft. Koster:
"Als je in de winterstop je topscorer (Fran
Sol, red.) kwijtraakt en jongens in de plaats
komen die nog nauwelijks op topniveau
hebben gespeeld tijdens het seizoen,
bestaat altijd de vraag hoe zij het gaan
doen. Alexander Isak bleek een schot in de
roos. Vangelis Pavlidis en Marios Vrousai
toonden hun meerwaarde voor de ploeg.
Ik heb meer mogelijkheden gekregen in de
speelwijze en de opstelling. Wie weet waar
dat gaat eindigen?"
Ajax is voor de ervaren oefenmeester
een bekende tegenstander. Niet
alleen voetbalde hij vaak tegen de
hoofdstedelingen en ontmoette hij de
club als trainer. In het seizoen 2007/08
fungeerde Koster tien maanden als interim
trainer van Ajax. Ook trainde hij er de
jeugd en bijna een seizoen de beloften.
"Ik beleefde daar een mooie tijd, maar
in personele bezetting is daar zoveel
veranderd. Contacten heb ik niet meer.
Kom ik nu collega's uit die periode tegen,
zit het goed. Maken we een praatje, maar
daarbuiten lopen we niet bij elkaar binnen."
VORIGE BEKERFINALE
Koster maakt zich op voor zijn tweede
bekerfinale. Na de eerste, op 10 mei 1992,
stond hij met lege handen. Als trainer van
Roda JC ging hij met 3-0 onderuit in De
Kuip tegen Feyenoord. "Ik besefte toen
onvoldoende dat een finale een unieke
gebeurtenis is. Ik was zo gefocust, wat ook
noodzakelijk is, dat ik vergat te genieten. Na
afloop zat de nederlaag me diep. Ik dacht
alleen daaraan. Pas later besefte ik hoeveel
supporters er meegingen, dat er een gele zee
aan publiek in het stadion was en Kerkrade
en omgeving meeleefden. Mijn medaille en
badjas heb ik ongetwijfeld bewaard. Mijn
vader was daar altijd fanatiek in. Maar ik heb
geen flauw idee waar ze zijn gebleven. Dat
geldt ook voor andere voetbalaandenkens. Ik
heb weinig behoefte om terug te kijken. Dat
is geweest. Mijn debuutshirt van Oranje heeft
mijn zoon een keer met carnaval op school
gedragen. Dan ben ik blij dat zo'n shirt zo nog
goed terechtkomt."
Het bekertoernooi heeft 27 jaar na de eerste
eindstrijd meer waarde gekregen. "Het voetbal
leeft nu sterker. Toen ik trainer van Roda
JC was, presteerden we ook goed. Maar we
mochten blij zijn als er zes- tot zevenduizend
toeschouwers op de tribune zaten. Dat zag
ik daarvoor ook bij Willem II. Een bekerfinale
leefde toen wel degelijk, maar van allerlei
kanten was de aandacht minder." Heeft hij
nog andere bijzondere herinneringen aan de
KNVB Beker? "Nee. Als je geen resultaat haalt,
vervaagt die herinnering weer. Dat geldt ook
voor mij als speler. Ik werd pas op mijn 22e
profvoetballer. Heb zes jaar op contractbasis
gespeeld en elk jaar aan de KNVB Beker
deelgenomen. Maar ik was in die periode zo
bezig met mijn eigen spel en presteren, dat
me nauwelijks iets is bijgebleven van mijn
bekerwedstrijden als speler. Ik weet alleen dat
ik nooit ver ben gekomen helaas."
Als trainer van Club Brugge en Beerschot
Antwerpen maakte hij ook de Beker van
België mee. "Vergelijkbaar met de KNVB
Beker. Amateurclubs die willen stunten
tegen profs en alles op alles zetten. En de
strijd met clubs als Anderlecht en Standard
Luik die altijd voor extra beleving zorgde.
De finale heb ik helaas nooit gehaald. In
Nederland volgt nu mijn tweede. Het lijkt me
duidelijk dat we niet de favoriet zijn, maar we
krijgen altijd een kans. Met de steun van de
supporters gaan we in ieder geval genieten.
Dat zal ik de spelers ook opdragen."