Na anderhalfjaar in het buitenland actief te zijn geweest ben je weer terug op de Nederlandse velden. Hoe voelt dat? "Het is fijn om weer terug te zijn, al heb ik mooie ervaringen opgedaan in Frankrijk en Azerbeidzjan. Mijn laatste club Qarabag FK is echt een topclub die de afgelopen seizoenen twee keer op rij kampioen is geworden. Deze jaargang speelden we voorronde Champions League en kwamen we uit in de Europa League. Qua niveau was deze club het hoogste wat ik tot nu toe heb bereikt. Maar toen ik in de winterstop te horen kreeg dat er weinig toekomst voor mij was, heb ik snel een nieuwe keuze gemaakt." Inmiddels ben je met Roda JC toe aan je achtste club. Gezien je leeftijd van 28 jaar een respectabel aantal. "In Nederland speelde ik voor Willem II, Sparta Rotterdam, De Graafschap, ADO Den Haag en NAC Breda voordat ik naar Valenciennes vertrok. Op mijn periode in Den Haag na heb ik altijd aan de verwach tingen voldaan en regelmatig gescoord. Maar omdat ik met Sparta en De Graaf schap degradeerde, versnelde dat mijn vertrek." Bij De Graafschap werkte je al samen met Darije Kalezic. Heb je een speciale band met hem? "Ja, we hebben altijd goed contact gehouden. Toen hij hier in de zomer trainer werd, wilde hij mij al graag halen. Maar mijn voorkeur ging toen naar het buitenland uit. Nadat in december bekend werd dat ik bij Qarabag mocht vertrekken, is het snel gegaan. Darije Kalezic heeft mij in het verleden niet alleen de kans gegeven bij De Graafschap, maar me daarna ook nog regelmatig bijgestaan bij mijn beslissingen. Daarom wil ik nu iets voor hem terugdoen." Hoe omschrijf je hem? "Als heel direct, recht door zee en dus transparant. Als je door de trainer op je plek wordt gezet, gebeurt dat op een heel duidelijke manier. Maar dat is ook nodig in het profvoetbal. Ik hou daarvan, op die manier weet iedereen exact waar hij aan toe is. Op het voetbalveld heb je geen RUGNUMMER 19 vrienden. Buiten het veld is Jordy Buijs een goede kameraad van mij maar als hij binnen de lijnen een fout maakt, laat ik hem dat duidelijk weten. Andersom is dat ook zo. In Nederland heb ik alleen maar degradatievoetbal gespeeld. Als je punten wil halen, moet je bikkelhard zijn en niet als een lieverdje overkomen." Qua degradatievoetbal ben je dus een ervaringsdeskundige. Wat is belang rijk in die strijd? "In het veld moet je alles tegen elkaar durven zeggen, maar tegelijkertijd ook vertrouwen in elkaar blijven houden. Natuurlijk ben ik ook wel eens teleurgesteld of boos, maar ik zal nooit mijn hoofd laten hangen of in paniek raken. Je moet je steeds opnieuw richten op de volgende wedstrijd. In het voetbal kan het heel snel gaan. Als we vanmiddag tegen Ajax een goed resultaat boeken, gaan de kopjes weer omhoog en krijgt iedereen een boost." Als ras-Amsterdammer en voormalig jeugdspeler van Ajax was het jouw droom om voor de hoofdmacht uit te komen. Hoe bijzonder is de wedstrijd van vanmiddag voor jou? "Hoewel ik zelf nog in Amsterdam woon, doet het me niet zoveel. Ik belandde pas op mijn zestiende in de jeugdopleiding van Ajax. Twee jaar later was ik topscorer van de beloften. Toch zag de toenmalige trainer Henk ten Cate het niet in mij zitten en vertrok ik naar Willem II. Natuurlijk vind ik het jammer dat ik nooit mijn debuut in het eerste heb gemaakt. Maar inmiddels heb ik zo vaak tegen Ajax gevoetbald dat ik bijna ben vergeten dat ik er heb gespeeld." Voor je komst stond je in Kerkrade vooral te boek als een speler die vaak tegen Roda JC het net wist te vinden. "Ik heb dat hier inmiddels al heel vaak gehoord. Het wordt nu heel groot gemaakt, maar ik ben daar echt nooit mee bezig geweest. Ik ben gehaald om doelpunten te maken en wil laten zien dat ik er nog steeds ben. Ik weet ook dat ik nog nooit tegen Ajax heb gescoord. Hopelijk komt daar vanmiddag verandering in, hahaha."

AJAX ARCHIEF

Programmaboekjes (vanaf 1934) | 2016 | | pagina 19