ONTTROONDE KAMPIOEN GEEFT
ZIJN OPVOLGER EEN PAK SLAAG
HISTORIE 21
Wedstrijden tussen Ajax en Feyenoord kun je over
het algemeen loskoppelen van de competitiestand.
Het maakt niet uit wie van de clubs het dat seizoen
goed of slecht doet: de Klassieker staat op zich. Neem
bijvoorbeeld het seizoen 1998-1999, waarin Feyenoord
afgetekend kampioen van Nederland werd, maar Ajax
met 6-0 won.
Tekst Monique Janse
Feyenoord was die 2de mei van het jaar 1999 als
kampioen naar Amsterdam gekomen. De thuis
ploeg eerde de sportieve aartsrivaal met bloemen
voor de overmacht die de Rotterdammers dat seizoen
hadden tentoongespreid. Maar toen de bal eenmaal
rolde, zou een afstraffing volgen.
Ajax was uittredend kampioen, maar stond bij de af
trap van die Klassieker slechts zevende. Toch begon
de ploeg van trainer Jan Wouters overtuigend aan de
wedstrijd. Kansen kwamen er via Gerald Sibon (opge
steld vanwege de matige vorm van Shota Arveladze en
een blessure van Benni McCarthy), Richard Knopper en
Sunday Oliseh. Met dit drietal was de dadendrang van
Ajax nog lang niet genoemd want voor het half uur was
ZONDAG 2 MEI 1999
AJAX - FEYENOORD 6-0 I -0)
TOESCHOUWERS: 45200
SCHEIDSRECHTER: Dick Jol
SCOREVERLOOP: 30. Jesper Grankjaer 1-0, 48. Wamberto
2-0, 49. Gerald Sibon 3-0, 68. Jari Litmanen 4-0, 85. Jari Litma-
nen 5-0, 90. Shota Arveladze 6-0
AJAX: Edwin van der San Mario Melchiot, Ferdi Vierklau,
Sunday Oliseh, Tim de Clen Richard Knoppen Jari Litmanen,
Richard Witschge (70. Andrzej Rudy); Wamberto (78. Andy
van der Meijde), Gerald Sibon (83. Shota Arveladze), Jesper
Gronkjaer
FEYENOORD: jerzy Dudek; Tininho (46. Bonaventure
Kalou), Fernando Pascale, Ferry de Haan, Kees van Wonde
ren; Paul Bosvelt (7. Peter van Vossen), Patricio Graff, Patrick
Paauwe, Igor Komejev; Jon Dahl Tomasson, Julio Ricardo Cruz
(82. Henk Vos)
Wonderschone treffers van Jari Litmanen waren de hoogtepunten tijdens de afstraffing
van de kersverse kampioen Feyenoord.tijdens de afstraffing van de kersverse kampioen
Feyenoord.
verstreken hadden ook Wamberto, Richard Witschge
en Jesper Gronkjaer zich in kansrijke positie gemeld.
Laatstgenoemde wist in de dertigste minuut eindelijk de
openingstreffer op het scorebord te zetten, I -0. Daar
bij bleef het, ondanks een enorm overwicht, ook in de
eerste helft.
De vrees dat Feyenoord zich na rust zou herpakken,
bleek ongegrond. Jon Dahl Tomasson kreeg weliswaar
al direct een grote kans, maar na zijn misser was het bin
nen een paar minuten 3-0, via Wamberto
en Sibon. Jari Litmanen tekende vervol
gens met de 4-0 voor het mooiste doel
punt. Ook het vijfde Amsterdamse doel
punt (en de tweede van de Fin) mocht
er zijn. Het slotakkoord kwam van invaller
Arveladze. In de rebound na een schot
van Andrzej Rudy schoot hij raak.
Het Feyenoord van trainer Leo Beenhak
ker was dat seizoen dan weliswaar kam
pioen (en tot op heden ook voor het
laatst), maar had zich laten vernederen in
de Amsterdam ArenA. Ook Ajax mocht
zich trouwens achter de oren krabben.
Waarom lukte het wel tegen Feyenoord, in
de slotfase van een seizoen dat tot dan een
regelrechte lijdensweg was geweest en dat
zou eindigen met een zesde plaats?