'Ben je voor 95 procent trainer,
dan bekijk je de dingen bij wijze van spreken
van bovenaf, met een helikopterview.
Dan zie je het complete plaatje.'
ik me echt trainer. Die verhouding is met de tijd steeds
een beetje verschoven, deels omdat je je ertoe zet, deels
onbewust. Er is nu misschien nog vijf procent speler in
mij over. Die zie je bijvoorbeeld nog als ik meedoe met
zo'n potje voetvolley na de training.'
Hij legt uit waarom die percentages belangrijk zijn voor
het uitoefenen van zijn vak. 'Als je nog vijftig procent
voetballer bent, dan sta je tussen een spelersgroep in en
zie je alleen maar wat er dicht bij je in de buurt gebeurt.
Ben je voor 95 procent trainer, dan bekijk je de dingen bij
wijze van spreken van bovenaf, met een helikopterview.
Dan zie je het complete plaatje.'
TEAMSPORT
En dat, zegt De Boer, is cruciaal in de queeste naar spor
tieve successen, een vijfde opeenvolgende landstitel bij
voorbeeld. Voetbal is een teamsport. Je moet zorgen dat
alle poppetjes met hun neuzen dezelfde kant op staan.
Daar begint het mee. Pas daarna worden techniek en tac
tiek van belang.' Hij benadrukt ook dat hij zo min mogelijk
met de waan van de dag bezig wil zijn, maar vooral met
de grote lijnen. Hij koestert de geleidelijke ontwikkeling
van een elftal, van de individuele voetballers én van het
vertoonde spel. Dat is een tendens die voor de incidentele
toeschouwer vaak niet of nauwelijks zichtbaar is, maar die
over een langere periode wel degelijk leidt richting een
vooraf geformuleerd doel.
Daarbij is het ook een opgave om spelers na vier kam
pioenschappen toch steeds weer gretig aan de aftrap te
krijgen. De Boer benadert het eenvoudig. 'Het is de kunst
om niet telkens in herhaling te vallen. Natuurlijk verbetert
een speler ook aspecten in zijn spel door uitentreuren
dingen te blijven oefenen. Maar we proberen daarnaast
altijd wel iets nieuws te creëren. In de trainingsvormen
die ze moeten uitvoeren, maar ook in de doelstellingen
die we voor en tijdens het seizoen formuleren. Je moet
spelers altijd blijven triggeren, ze moeten voortdurend
een uitdaging hebben en die ook zien.'
Attractiever en effectiever voetballen, spectaculairder zo
je wilt. Dat is een van de voornaamste opdrachten die
De Boer zichzelf en zijn spelersgroep voor dit seizoen
meegeeft. Dat vloeit primair voort uit zijn eigen wens om
de lat telkens weer iets hoger te leggen, maar indirect
speelt hij er ook mee in op de geluiden die van buiten
komen en die uiteraard ook de trainer van Ajax berei
ken. Geluiden van fans, van de media ook, die afgelopen
seizoen meer dan eens constateerden dat het spel wel
wat bleu oogde voor een kampioen.
Attractiever voetballen, het publiek vermaken. Tegen
teruggetrokken, compact spelende tegenstanders zal
dat nog vaak genoeg verdomd lastig blijken, zoals ook
tegen PEC het geval was, beaamt De Boer. 'Ik begrijp
heel goed dat mensen op de tribune soms denken: dat
kan sneller, waarom spelen ze de bal nu weer breed of
terug? Maar uit mijn spelerstijd weet ik zelf dat het niet
altijd sneller kan, dat je toch vaak geduld moet betrach
ten. Het is ook zaak om de tegenstander te verrassen,
en dat doe je niet door elke bal scherp in te spelen op
de buitenspelers. Alle verschillende opties die je hebt,
moet je afwisselend gebruiken.'
Waar hij zijn spelers telkens van nieuwe prikkels tracht
te voorzien, zal De Boer ook zelf moeten waken voor
een zekere mate van gemakzuchtigheid. Maar dat kost
hem geen enkele moeite, bezweert de coach. 'Ik probeer
mezelf voortdurend te ontwikkelen, nieuwe dingen op
te pikken. Bijvoorbeeld door goed te kijken naar andere
teams, in binnen- en buitenland, naar wat zij doen, hoe
zij bepaalde situaties oplossen. Je probeert een open blik