26
r/r^
Een reeks hoogtepunten volgde vanaf 1989.
Het begon ermee dat we kampioen van de eerste
divisie werden. Toen de wedstrijd voorbij was
stormde de enthousiaste supporters het veld op
om ons te omstuwen. Het was een groot feest,
inclusief ontvangst op het gemeentehuis.
In ons eerste seizoen in de Eredivisie werden we
direct vierde, plaatsten we ons voor Europees
voetbal en stonden we in de bekerfinale. Jammer
genoeg verloren we die wedstrijd. We kwamen
met 1-0 achter, maar waren beter dan PSV. De
hele tweede helft speelden we op hun helft en
vlak voor tijd kregen we een penalty. Was die erin
gegaan, dan hadden we, denk ik, gewonnen.
Onze naam was in een keer gevestigd. Niet alleen
waren we de verrassing van het seizoen, er was
ook veel sympathie voor het elftal in het land.
Theo Bos in duel met John Bosman (PSV)
Op mijn zeventiende debuteerde ik voor Vitesse 1. Het
was in september 1983 in een thuiswedstrijd tegen FC
Wageningen. Ik had de hele voorbereiding al meegemaakt
en kreeg een kans, omdat er veel blessures waren. We
wonnen met 3-0. Later dat seizoen speelde ik nog eenmaal,
de andere derby tegen De Graafschap. Het seizoen daarop
speelde ik weinig in het eerste. Het was sowieso een slecht
seizoen. Mijn echte doorbraak kwam in 1985. Henk Bosveld
werd aangesteld als trainer en hij nam me onder zijn hoede.
Ik kwam in het elftal en ben er nooit meer uit geweest.
Bosveld was niet alleen als trainer belangrijk voor me. Ook
op persoonlijk vlak hadden we een enorme klik. Toen mijn
ouders overleden, werd die band nog hechter. Hij was als
een vader voor me.
Toch heeft de trainer Bert Jacobs de meeste invloed op mijn
spel gehad. Hij was tactisch en technisch heel sterk, had
een gave om het beste uit spelers te halen. Feilloos wist hij
wat jouw beste positie was en waar je optimaal tot je recht
kwam. Daarnaast was hij een meester in het creëren van
sfeer en saamhorigheid. We werden echt een vriendenteam.
Na elke uitwedstrijd gingen we samen de stad in. Dat
hoefden we niet af te spreken, zo ging het gewoon. In die
tijd is de basis gelegd voor vriendschappen die nooit meer
voorbij gaan. En als je me vraagt wat Jacobs precies deed?
Hij deed eigenlijk altijd hetzelfde, was van de regelmaat.
Zijn grootste kwaliteit was dat hij precies wist wat hij nodig
had, welke speler op welke plaatst iets kon toevoegen.
Ook de rol van Jan Jongbloed, destijds assistent van Jacobs,
is niet uit te vlakken. Het klopte allemaal; spelers, staf,
sfeer en er was kwaliteit. Veel kwaliteit.
In 1984 maakte Karei Plalbers zijn opwachting bij de club.
In eerste instantie had ik helemaal niet door wat hij voor
plannen had met Vitesse. Hij was gewoon een nieuwe
voorzitter. Dat beeld veranderde al snel toen de stijgende
lijn op sportief gebied werd doorgezet en hij het idee voor
een nieuw, modern en groter stadion lanceerde. Palbers
bleek een visionair.
De Europese wedstrijden waren stuk voor stuk
fantastische ervaringen. Niet alleen qua voetbal,
het ging om het avontuur. We gingen als groentjes op reis,
alleen Frans Thijssen had ooit eerder Europees gespeeld.
In Derry hoorde we in de kleedkamer dat er ergens buiten
een bom afging. Het land werd toen vaker opgeschrikt
door aanslagen van de ETA, maar als je dat van zo dichtbij
meemaakt, geeft dat toch een apart gevoel. Ook de
wedstrijd tegen Real Madrid in Bernabeau vergeet ik nooit
meer. Het stadion was weliswaar in verbouwing, maar nog
steeds imposant. Nu, twintig jaar later, kun je je toch niet
meer voorstellen dat Vitesse tegen Real Madrid speelt in een
officiële wedstrijd.
Pan het einde van het seizoen 1997/1998 stond ik
voor de keuze om te blijven voetballen of verder te
gaan als jeugdtrainer. Het was duidelijk dat een nieuw
voetbalcontract er bij Vitesse niet meer in zat. De
overgang naar GelreDome heb ik nog meegepikt. Pcht
wedstrijden op rij wonnen we. Iedereen wilde erbij horen
en de toeschouwersaantallen werden verdrievoudigd ten
opzichte van Monnikenhuize. In die beginperiode was
alles overweldigend. Daarna werden we ingehaald door
de geschiedenis. Na het vertrek van Palbers in 2000 en
voor de overname in 2010, was het stadion lange tijd
een molensteek om de nek. Qua sfeer zijn Monnikenhuize
en GelreDome ook niet met elkaar te vergelijken.
Monnikenhuize was dichtbij, tastbaar, toegankelijk. Dat is
nu anders. Wel is de club altijd spraakmakend gebleven, al
is er minder sympathie voor Vitesse onder mensen die geen
supporter zijn.
Bij Cambuur, dat toen net gepromoveerd was, kon ik in
1998 voor twee jaar tekenen. Zij wilden iemand met ervaring
en dat had ik. Toch koos ik ervoor om bij Vitesse te blijven
als jeugdtrainer. Daar lag mijn toekomst. Ik trainde de
C-jeugd van Vitesse 1892 al, met onder andere Nicky Hofs en
ik begon het geven van trainingen steeds leuker te vinden.
Die keuze is goed uitgepakt. In 1999 werden we kampioen
met de B. We waren het eerste team dat de hegemonie van
de traditionele topclubs, Rjax, Feyenoord en PSV wist te
doorbreken. Nu wordt er wel vaker een jeugdteam buiten
die clubs kampioen, maar toen was dat heel bijzonder. Ik
had ook een fantastisch elftal met onder andere Johnny
van Beukering, Stijn Schaars, Michael Jansen en Nicky Hofs.