AFRIKAANSE PASSIE
IN DE POLDER
Lesly de Sa
Hij is iemand die altijd de zonnige zijde van het leven ziet, niet alleen op momenten van voor
spoed, maar ook als het soms eens tegenzit. Lesly de Sa vertrouwt dan op zijn eigen kwaliteiten,
én op de goede bedoelingen van een hogere macht. 'Natuurlijk heeft ieder mens zijn twijfels,
maar ik heb altijd al gevoeld dat ik in de aanwezigheid van God niets te vrezen heb, van niets of
niemand. Dat is een heel geruststellende gedachte, die me houvast biedt. Zowel in het gewone
leven als op het voetbalveld.'
12 INTERVIEW
Tekst Maarten Dekker
Wie hem als rechtsbuiten langs de
lijn ziet dartelen, bespeurt daarin
de Afrikaanse frivoliteit en warm
bloedigheid die zijn ouders aan
hem doorgaven. Maar Lesly de Sa
(20) is toch echt geboren en getogen in Mijdrecht, midden
in het Groene Hart. De polders, de molens, de woeste
wolkenluchten; Hollandser kan haast niet. De Ajacied
voelt zich er volledig op zijn gemak, vertelt hij na een
ochtendtraining op Sportpark de Toekomst. 'Mijn ouders
zijn hier gekomen vanuit Angola. Door een burgeroorlog
waren de omstandigheden daar niet best. Toen de kans
zich aandiende, zijn ze vertrokken, om ons een betere
toekomst te kunnen bieden.' Ons: dat zijn de vijf kinderen
in het gezin De Sa, van wie oudste zoon Jocelino ook bij
Ajax voetbalt, in het eerste zaterdagelftal. Hij is de enige
die in Angola werd geboren.
Samen vormen ze een hecht gezin. Alle kinderen wonen
nog thuis, Lesly incluis, Net als zijn twee oudere broers
begon hij ooit met voetballen bij Argon, de club waar zijn
kleine broertje Erkelly nu nog in de Dl schittert. 'Toen
ik er speelde, was Argon nog echt een toonaangevende
amateurclub, die zelfs nog landskampioen werd,' zegt De
Sa. 'De sfeer bij thuiswedstrijden was geweldig, met veel
supporters en vaak ook mooi voetbal om naar te kijken.
Als klein jongetje was ik er altijd, om op het kunstgras
te spelen met vriendjes. De laatste jaren is het minder
geworden bij Argon, sinds hoofdsponsor Midreth failliet
is gegaan. Er is geen geld meer, maar ze zijn wel bezig
om weer iets op te bouwen, nu met de zaterdagtak'
ANDERE WERELD
Als hij bij de wedstrijden van zijn broertje gaat kijken,
herkent hij veel van zichzelf. 'Ik was ook spits. 'Klein en
stevig, maar wel snel. Bij Argon was het recept vrij simpel:
de bal werd naar voren geschoten en daar moest ik zo
hard mogelijk achteraan rennen. Rennen, rennen, rennen.
Ik gebruikte mijn lichaam altijd goed, zo won ik veel duels.
En dan zo snel mogelijk schieten op doel. Maar ja, later
werden mijn tegenstanders ook groter en ging het me
minder gemakkelijk afin de spits. Daarom week ik bij Ajax
op een gegeven moment uit naar de zijkant, waar ik nu
nog steeds speel, Ik ben I meter 70, dat is natuurlijk ook
gewoon te klein voor een spits.'
De stap van Argon naar Ajax maakte hij al op jonge
leeftijd. 'Ik was acht. Op een dag had ik me gedoucht
na een wedstrijd bij Argon en toen ik de kleedkamer uit
kwam, zeiden ze tegen me dat ik mocht meetrainen bij
Ajax. Na een serie proeftrainingen ging de telefoon: of ik
op gesprek wilde komen. Maar ik kon er zelf niet bij zijn,
ik moest gewoon naar school. Mijn vader is geweest. Ik
zat natuurlijk in spanning op school. Dat was wel een rare