ONVERSTOORBAAR,
OOK ALS
HET GOED GAAT
Jasper Cillessen
Bij de aftrap van het seizoen speelde hij met Jong Ajax tegen Telstar, voor zevenduizend man in
de ArenA. Amper twee maanden later loste Jasper Cillessen Kenneth Vermeer af in het eerste
elftal en niet veel later verdedigde hij het doel van Oranje, in de hectiek van Istanboel, met dik
veertigduizend voetbalmaffe Turken op de tribunes. Het WK gloort nadrukkelijk voor de doelman
die zo lang op zijn kans moest wachten. 'Ik ben een redelijk evenwichtig persoon, raak niet snel
van mijn stuk, zoals ik ook niet ga zweven als het goed gaat.'
12 INTERVIEW
Tekst Maarten Dekker
n de zomer van 2010 had het grote publiek zijn
naam nog nooit gehoord. Hij was een anonieme
speler in de marge van het betaalde voetbal. Een
jongen van net 21 jaar uit Groesbeek, met een
bescheiden keeperscontractje bij het al even
bescheiden NEC, die als vangnet naast zijn onzekere
sportieve carrière ook nog een opleiding tot gymnas
tiekleraar volgde. Immers, wie bij de beloften van een
club als NEC speelt, weet dat het raadzaam is een plan B
achter de hand te hebben. Helemaal als je een doelman
bent die zich gaandeweg zijn opleiding eigenlijk nooit
als een exceptioneel talent manifesteerde en die een
ervaren rot voor zich heeft in de pikorde, in de persoon
van Gabor Babos.
Hoe de dingen soms lopen. Drieënhalf jaar verder in de
tijd is Jasper Cillessen eerste keus bij Ajax en solliciteert
hij nadrukkelijk naar een plaatsje in de WK-selectie van
bondscoach Louis van Gaal.
Cillessen zeifis de eerste om zijn spectaculaire progres
sie te relativeren. 'Zelfs voor de grootste talenten moet
het op sommige momenten in hun carrière een beetje
meezitten. En ik was niet eens zo'n supertalent. In de
jeugd bij NEC was ik meestal tweede keus, achter Ni
cholas Skverer. Hij speelt nu bij de amateurs, ik bij Ajax.
Zo kan het gaan.'
Hij wil niet dat er misverstanden ontstaan en voegt er
daarom direct aan toe dat zijn doorbraak uiteraard niet
op toeval stoelt. Cillessen heeft onmiskenbaar aanleg voor
het keepersmetier, zoals ze bij zijn eerste club De Treffers
al vroeg onderkenden. Met zijn lange, ranke verschijning
van nu lijkt dat logisch, maar destijds lag dat anders. 'Ze
zagen iets in mij, maar mijn lengte zal het in elk geval niet
geweest zijn. Ik was toen een van de kleinsten van het stel.'
De rust en onverstoorbaarheid die hij nu uitstraalt, zijn
eigenschappen die in de loop der tijd naar boven zijn
gekomen en die hij ten volle probeert te benutten. 'Maar
als kind was ik helemaal geen rustig type. Ik was erg druk
en energiek Als ik uit school kwam, gooide ik mijn tas
neer en rende meteen weer naar buiten om te voetbal
len op straat.'