'Ik probeer naar de jonge garde uit te stralen dat ik er altijd voor ze ben als ze me nodig hebben. Als een soort vraagbaak' 14 INTERVIEW de rest eropuit trok, was ik degene die op de winkel paste. Ook dat kan een heel dankbare rol zijn. Of het nu scoren of een bal afpakken is, het voornaamste is dat je iets bij kunt dragen aan de teamprestatie. Dat heb ik altijd voor ogen gehad.' DE DOOD 'Sportief heb ik in Sevilla mijn beste periode beleefd, maar ik heb er ook een menselijk drama meegemaakt. De dood van mijn ploeggenoot Antonio Puerta, die tijdens de eerste competitiewedstrijd van het seizoen plotseling onderuit zakte en drie dagen later overleed in het plaat selijke ziekenhuis. De hele club was in diepe rouw. Puerta was nog een jonge gozer, pas 22 jaar, in de kracht van zijn leven. Hij zou vader worden. Nog los van hoe vreselijk het voor hem en voor zijn familie was, de dood komt op zo'n moment akelig dichtbij, voor iedereen. Dat is eng, maar uiteindelijk zijn er zelfs in zo'n situatie ook positieve aspecten. Je wordt op een bepaalde manier nederiger, probeert nog bewuster van het leven te genieten. Ook voor mij persoonlijk was het echt een emotionele tijd. Een week na Antonio's dood werd mijn tweede kind geboren. Ik zag in korte tijd twee extreme kanten van het leven.' JUVENTUS 'Na mijn tweede jaar bij Sevilla stond Juventus op de stoep, een kans die ik niet wilde laten lopen. Helaas werd het geen successtory zoals in Spanje, ook doordat ik in twee seizoenen tijd met drie trainers te maken kreeg. Maar toch kijk ik met voldoening terug op de periode in Turijn. Hetzelfde geldt voor Liverpool, waar ik werd herenigd met Roy Hodgson, de trainer onder wie ik mijn doorbraak bij FC Kopenhagen had meegemaakt. Helaas werd hij in januari al opgevolgd door Kenny Dalglish. Onder diens leiding speelde ik amper meer. Daar kan ik zuur of verbitterd over doen, maar zo gaat het wel vaker in het voetbal. Ik heb groot respect voor instituten als Juventus en Liverpool en zal er altijd trots op zijn dat ik daar heb mogen spelen. Dat staat bij mij voorop.' MENTOR 'Mijn rol als nestor in een gemiddeld heel jonge selectie moet je niet overdrijven. Ik ben vorige zomer naar Ajax gekomen omdat ze een type speler zochten zoals ik. Van wege mijn kwaliteiten als voetballer dus. Maar natuurlijk komt er meer bij kijken. Een voetbalseizoen is een ook sociaal proces. Binnen dat proces probeer ik naar de jonge garde uit te stralen dat ik er altijd voor ze ben als ze me nodig hebben. Als een soort vraagbaak. Op en buiten het veld. Ik ben niet iemand die heel gericht en bewust op iemand afstapt om te vragen of ik iets voor hem kan betekenen. Als ze maar weten dat ze altijd bij mij terecht kunnen. Niet alleen de andere Denen hier, iedereen. Vanuit de club of de technische staf wordt dit niet specifiek van mij gevraagd en ik word er ook niet in gestuurd door de trainer. Ik doe het vanuit mezelf, als onderdeel van een soort natuurlijk proces. Jonge spelers moeten bij de ouderen kunnen aankloppen, zoals ik dat in mijn begintijd ook kon bij de routiniers van toen.' FITHEID 'Ik ben weer een jaartje ouder geworden, 33 nu, maar ik sta er fysiek beter voor dan vorig seizoen in deze fase van het seizoen. Het grote verschil zit hem in de voor bereiding. Dit keer heb ik vanaf dag I aan alle trainingen en oefenwedstrijden meegedaan, ben mee geweest naar Oostenrijk en naar De Liftte, het complete programma. Vorig seizoen kwam ik pas tegen het sluiten van de transfermarkt naar Ajax. De rest van de groep had de voorbereiding er al op zitten, de competitie was al een paar rondes oud. Zeker als je wat ouder wordt, is het dan heel lastig om aan te haken in het ritme en naar dezelfde

AJAX ARCHIEF

Programmaboekjes (vanaf 1934) | 2013 | | pagina 14