TEAMSPELER VOELT
ZICH THUIS
IN AMSTERDAM
Christian Poulsen
Op het trainingsveld van Ajax moet hij zich af en toe op het schoolplein wanen, als de vader die
zijn drie kinderen dagelijks naar school brengt. Met zijn 33 jaar is Christian Poulsen met afstand
de oudste speler in een gemiddeld genomen piepjonge selectie. De Deense nestor reageert op
tien steekwoorden.
12 INTERVIEW
AMSTERDAM
'Nu ik ruim een jaar bij Ajax ben, voelt deze stad echt als
thuis voor mij en mijn gezin. We zijn hier niet op doorreis,
we hebben ons sociale leven hier opgebouwd. Mijn twee
oudste kinderen gaan hier naar de Britse school, en de
jongste naar de kindergarten. Als de trainingstijden het
toestaan, ben ik degene die ze naar school brengt en ze
weer ophaalt. Van alle plaatsen waar we gedurende mijn
carrière gewoond hebben, lijkt Amsterdam ook het meest
op Kopenhagen. Het is groter, maar qua karakter, qua
klimaat is het vrijwel hetzelfde. Natuurlijk probeer ik te
genieten van al het moois dat deze stad te bieden heeft.
Als kunstliefhebber ben ik bijvoorbeeld in het Stedelijk
Museum geweest. Maar ik doe dat soort dingen met mate.
Ik wil ervoor waken dat ik de toerist ga uithangen of dat
mensen dat beeld van mij kunnen krijgen. Ajax komt op
de eerste plaats.'
LAATBLOEIER
'De opbouw van mijn carrière verschilt nogal van de
jonge Deense jongens die nu bij Ajax zijn. Zij zijn vrijwel
allemaal voor hun achttiende naar Nederland gekomen,
nog voordat ze in Denemarken in een eerste elftal hadden
gespeeld. Toen ik zeventien was, voetbalde ik nog in de
derde divisie. Ik nam het allemaal niet zo serieus, ging op
mijn fietsje naar de trainingen en was niet echt bezig met
wat ik zou kunnen bereiken. Dat had niet zozeer met ta
lent als wel met mijn fysiek te maken. Ik begon pas later in
mijn jeugd echt te groeien. Ik was al twintig toen ik alsnog
op het hoogste niveau terechtkwam, bij FC Kopenhagen.
Daar speelde ik onder de huidige Engelse bondscoach Roy
Hodgson een seizoen waarin alles klopte en alles lukte.
Ik speelde box-to-box en scoorde vrij veel. Ik had een
andere rol dan ik de laatste jaren heb. Gaatjes dichten,
ballen afpakken, in die tijd deden anderen dat voor mij.'
CONTROLEUR
'Het enige doelpunt dat ik tot dusver maakte voor Ajax,
vorig seizoen in de uitwedstrijd tegen Vitesse, werd me
helaas afgepakt. Dat gaven ze officieel aan Christian Erik-
sen, omdat die de bal van richting veranderde. Maakt niet
uit, als hij maar telt. Natuurlijk zou het leuk zijn als ik een
keer zou scoren, maar het is niet iets wat aan me knaagt.
Het is een logisch gevolg van de positie waarin ik speel,
dat ik weinig voor het doel van de tegenstander kom.
Dat is niet iets van de laatste jaren, maar een geleidelijke
ontwikkeling die al in mijn tijd bij Schalke werd ingezet.
Maar toen scoorde ik ook nog wel met enige regelmaat.
Pas bij Sevilla werd ik echt een controleur, iemand die
de balans in het elftal bewaakt. In die ploeg, waarmee
we de UEFA Cup wonnen, waren zo veel jongens met
drang naar voren, dat mijn taak heel belangrijk was. Als