'Ik heb altijd naar de top gewild en ik heb altijd beseft dat je die niet kunt halen als je in Denemarken blijft' veldje jouw hele wereld. Het was het enige wat ik kende en het enige waar ik mee bezig was. Het is wel speciaal om er af en toe nog terug te komen. Wel een rare gewaar wording ook, want voor je gevoel wordt dat veld steeds kleiner. Maar dat is natuurlijk alleen maar omdat je zelf groter wordt en meer van wereld eromheen bent gaan zien. Ik bedoel: van dat veldje tussen die flats naar Camp Nou in Barcelona, veel groter kan het contrast niet zijn. Dat ik op mijn veertiende naar Brandby kon, was voor mij een droom die uitkwam. Ik was altijd al fan, net als mijn vader. We bezochten thuiswedstrijden, dat was een minuut of tien rijden met de auto. Bij Brandby heb ik een solide basis gelegd voor de rest van mijn carrière, al blijft het jammer dat ik nooit in het eerste elftal heb gespeeld. De laatste jaren is er wel veel veranderd, maar toen Christian en ik naar Ajax gingen, kregen Deense talenten in eigen land nog niet de kansen die ze tegenwoordig wel krijgen. Dat heeft met de economische situatie te maken, de clubs hebben simpelweg geen geld om spelers te kopen. Ze moeten wel voor eigen jeugd kiezen. Ik had destijds ook kunnen bijtekenen bij Brandby, maar ik vond het aanbod van Ajax te spannend om het niet te doen. Voor mijn gevoel gaf dit mij de beste kans om te slagen, de beste kans om mezelf echt te ontwikkelen en beter te worden. Ik heb altijd naar de top gewild en ik heb altijd beseft dat je die niet kunt halen als je in Denemarken blijft. Dus de stap naar het buitenland zou ik een keer maken, vroeg of laat, dat wist ik al langer. Misschien was het in mijn geval vroeg, maar ik denk ook dat het precies was wat ik nodig had.' VERWACHTINGEN 'Mijn begin bij Ajax was moeilijk. Ik kwam hier binnen met een knieblessure die ik anderhalve maand daarvoor had opgelopen bij Brandby. De eerste drie, vier maanden kon ik niet voetballen, terwijl je je als nieuwkomer natuurlijk meteen wilt manifesteren. Helemaal omdat ik gekocht was en in de Al ging spelen, hoofdzakelijktussen jongens die hier jarenlang waren opgeleid. Dat bracht verwachtingen met zich mee. Zo van: als ze hem speciaal uit Denemarken hierheen halen, dan moet hij wel bijzonder zijn. Dan is het heel frustrerend als je jezelf niet kunt laten zien. Pas als je op het veld staat om te trainen en wedstrijden te spelen, word je volledig geaccepteerd door je ploeggenoten. Dat gaat nu eenmaal zo en dat moet ook, maar het is wel moeilijk als je zeventien jaar bent. Pas in april was ik echt fit. Ik heb nog een paar competitiewedstrijden mee kun nen pikken, maar toen was het seizoen al voorbij. Gelukkig kwamen er toen nog wel twee toernooien aan, Terborg en de Copa Amsterdam in het Olympisch Stadion, waar ik tot speler van het toernooi werd uitgeroepen. Het seizoen ema kwam ik bij Jong Ajax. Dat was best een lastige penode. We hadden veel spelers die teleurgesteld waren omdat ze niet aan de bak kwamen bij het eerste elftal. We verloren steeds meer wedstrijden. Ik had rond de winterstop een gesprek met Frank de Boer, die toen nog steeds de trainer van de Al was. Hij wilde dat ik terugkeerde naar dat team, omdat dat beter voor mij zou zijn, het zou me gemakkelijker afgaan in een ploeg die wél lekker draaide. Toen heb ik weer een paar maanden in de AI gespeeld, maar niet onder Frank de Boer, want die werd kort na ons gesprek hoofdtrainer. Het was 2 april 201 Iwe speelden met de AI tegen Feyenoord, een belangrijke wedstrijd. Ik was aanvoerder, speelde centraal achterin. Ik werd gewisseld na zestig minuten. Dat verbaasde me, want ik had het gevoel dat het best lekker ging, maar kennelijk dachten ze daar aan de kant anders over, want waarom wissel je me anders? Ik ging met de pest in mijn lijf naar de kant. Daar kwam Dennis Bergkamp me vertellen dat ik gewisseld was omdat

AJAX ARCHIEF

Programmaboekjes (vanaf 1934) | 2013 | | pagina 14