Ik heb vaak gelezen dat Dennis zo'n dooie is.
Maar iemand die zo mooi kan voetballen,
zo creatief, zou dat een dooie zijn?'
Moeder Bergkamp
16 BIOGRAFIE
Fenomenale techniek in het Ajax-shirt.
bal met links mist, maar het wel probeert, dan dat je in
de problemen komt omdat je heel geforceerd naar je
rechterbeen moet draaien".
'Bij een pass over dertig, veertig meter komt veel kijken:
kracht, snelheid, precisie. De lange bal hoefje niet met
een met je verkeerde been te beheersen, maar wel de
korte passjes. Net als het aannemen met je verkeerde
been. Die dingen kun je gemakkelijk oefenen, gewoon
honderd keer per dag trappen met je verkeerde been
en aannemen met je verkeerde been.
EEN GEZAMENLIJK GEVOEL
'Ik ging steeds beter spelen als ik met Jonk en Pettersson
in het veld stond. We voelden elkaar aan en dat werkten
we verder uit. Niet dat we op de tekentafel looplijnen
en sjablonen schetsten, maar we trainden wel op de
samenwerking. Die verliep steeds beter, er groeide iets
moois. Dat kwam vooral omdat Stefan bereid was gaten
te trekken en zichzelf weg te cijferen voor mij. Hij was
een goedzak, maar werd enorm gewaardeerd. De spelers,
de coach, iedereen had het grootste respect voor Stefan.
Hij was zo waardevol voor het team, hij knapte vuil werk
op, liet anderen scoren en scoorde ook zelf. Hij was de
optimale teamspeler, een voorbeeld voor iedereen.
Eigenlijk was het een simpel verhaal. Pettersson trok de
gaten voor mij en Jonk gaf mij de ballen. Aan de bal had
Wim altijd het hoofd omhoog. En maar kijken en kijken,
waar ligt de opening, waar kan ik de tegenstander pijn
doen? Als Wim de bal kreeg en z'n koppie ging omhoog,
dan wist ik: hij heeft me gezien. En Stefan zag dat ook.
Die wist: als Wim de bal hier neer gaat leggen, moet ik
weg zijn, voor Dennis. En dan trok hij een verdediger met
zich mee. Het klinkt gek, maar ik had oogcontact met
Jonk en Pettersson tegelijk. Wim had de bal, Stefan trok
weg en ik dook meteen het gat in dat Stefan creëerde.
Het liep als een trein.'
Jan Wouters, Frank de Boer, Stefan Pettersson, Wim Jonk
Patrick Viera, Freddy Ljungberg, Robert Pinès, Thierry Henry
waren voetballers met wie Dennis Bergkamp in het veld
kon lezen en schrijven, medespelers naar wie hij een lijntje
had lopen. 'Met die jongens had ik iets speciaals, met hen
was oogcontact genoeg om elkaar te begrijpen. Met som
migen van hen had ik zelfs iets héél speciaals, met hen was
oogcontact niet eens nodig. Er was een gezamenlijk gevoel,
onderling begnp. Dat maakte het mogelijk om mijzelf in een