'Ik moet het vooral van spontaniteit en
intuïtie hebben, ik moet niet te veel nadenken.
Maar dat geldt binnen het veld.
Daarbuiten ben ik heel bedachtzaam'
14 INTERVIEW
eerste elftal van Lysing. Hij heeft lange tijd dezelfde route
afgelegd als ik. Van Lysing naar Aarhus en daarna samen
naar Midtjylland. Maar terwijl ik me daar doorontwikkelde,
kreeg hij er amper speeltijd, waarna hij besloot zich op
zijn rechtenstudie te concentreren. Hij wil nu rechter
worden, net als mijn moeder. Waarom ik wel ben door
gebroken als voetballer en hij niet?' Fischer laat een stilte
vallen en lijkt oprecht voor het eerst na te denken over
deze vraag. 'Behalve met talent heeft dat denk ik vooral
te maken met een bepaalde houding. Magnus is een heel
stille jongen. Als iemand iets tegen hem zegt, dan gaat hij
daar liever over nadenken dan dat hij direct iets terugzegt.
In dat opzicht heeft hij te veel brains en is hij te weinig
voetballer. In dit wereldje word je dan gemakkelijk naar
de achtergrond gedrukt.'
BORST EN KIN VOORUIT
Dat laatste zal Viktor Fischer niet snel gebeuren, zo geeft
hij grif toe, met een vette grijns. We leerden hem in
Nederland kennen als een zelfverzekerd ogende jongen,
borst en kin vooruit, overtuigd van zijn eigen kunnen,
fotogeniek en met altijd een vlotte babbel paraat. 'Ik ben
een heel ander type dan mijn broer, dat is zeker waar.
Maar toch is mijn broer ook mijn beste vriend. Toen ik
net in Nederland woonde, miste ik hem echt heel erg,
zoals ik ook mijn vriendin en de rest van mijn familie miste.
Maar gelukkig komen ze vaak langs en verder hebben we
heel veel contact via Facetime en Skype.'
Hoezeer hij ook geniet van zijn glamoureuze bestaan als
profvoetballer en het najagen van zijn sportieve dromen,
ergens kan hij ook jaloers zijn op zijn oudere broer, die
meer van 'het gewone leven' meekrijgt. Zelf leeft hij in
een ritme dat overwegend bestaat uit trainen, rusten en
wedstrijden spelen, bijna monomaan. 'Soms mis ik het
sociale aspect wel een beetje,' zegt Fischer. 'Een beetje
zoals je dat nog had toen je op school zat. Dat je samen
met vrienden huiswerk maakte of naar het café ging. Je
kunt zeggen dat ik dat nu op een andere manier heb: ik
trek veel op met Christian Eriksen en met Lucas Andersen.
Dan gaan we bijvoorbeeld naar de bioscoop. Maar het
is ook fijn om vrienden te hebben buiten het voetbal,
mensen met wie je over andere dingen praat dan over
voetbal. Zulke vrienden heb ik ook wel hoor, maar die
wonen in Denemarken.'
En o ja, er is nog iets wat hij weieens mist: de Deense taal.
Fischer realiseert zich dat dat misschien vreemd klinkt, uit
de mond van iemand die schijnbaar moeiteloos en vrijwel
accentloos interviews in het Nederlands geeft. 'Natuurlijk,
het gaat best goed, dat Nederlands, maar het is nog lang
geen Deens. Ik moet voortdurend nadenken over de
woorden die ik kies en als ik precies wil uitleggen wat ik
eigenlijk voel, dan lukt dat nog niet altijd. Communiceren
in het veld gaat prima, maar in een persoonlijk gesprek
is het soms lastiger.' Wat dat aangaat koestert hij het
gegeven dat er in de kleedkamer vijf landgenoten om hem
heen zitten: naast Eriksen en Andersen ook nog Christian
Poulsen, Lasse Schone en Nicolai Boilesen.
EXTREEM KRITISCH
De bescheidenheid die hij toont als het gaat om zijn
beheersing van de Nederlandse taal tekent bovenal de
perfectionist in Fischer. Misschien wel juist omdat het
hem zo gemakkelijk lijkt af te gaan, is de jonge Deen ex
treem kritisch op zichzelf zodra de machine even hapert.
Niet alleen als hij praat, maar vooral ook als hij voetbalt.
Voorbeelden te over. Neem de vorige thuiswedstrijd,