'Mijn eerste doel is nu om weer een vaste basisspeler
te worden zoals ik dat was voor mijn blessures.
En daarna is het doel om die status te behouden'
I
16 INTERVIEW
alvorens transfervrij neer te strijken bij FC Zwolle. Een
glanzende carrière in het prolvoetbal leek op dat moment
verder weg dan ooit. Het was een periode die hem ook
noopte na te denken, over hoe het eventueel verder zou
moeten in het leven als dit zijn plafond zou blijken te zijn.
'Bij clubs als Haarlem en Zwolle voetbal je vooral voor
je plezier, wantje zult er niet rijk van worden,'zei hij daar
vorig seizoen al eens over. 'Dan komen er ook afwegingen
om de hoek kijken. Wil ik dit tot mijn 35ste doen en dan
pas een maatschappelijke loopbaan gaan opbouwen? Wil
ik nu al gaan studeren en was dit het dan? Dat zijn wel
vragen die toen door mijn hoofd zijn gegaan.'
En dus was hij veroordeeld tot de relatieve anonimiteit
van de Eerste Divisie, waar Boerrigter een imposant sei
zoen draaide, eindigend met achttien goals en een berg
assists. Plots stonden er ook grotere clubs voor hem op
de stoep, uiteindelijk tot Ajax aan toe. 'Achteraf ben ik
er niet zo rouwig om dat ik na dat eerste jaar nog bij
RKC ben gebleven.'
VLIEGENDE START
In zijn tweede periode bij Ajax beleefde Boerrigter een
vliegende start. In de voorbereiding veroverde hij gaande
weg het vertrouwen van trainer Frank de Boer, om vervol-
Hij koos uiteindelijk voor het voetbal, iets waar de gebo
ren Twent nog geen seconde van spijt heeft gehad. Hij
bewandelde sindsdien de weg der geleidelijkheid. Via RKC,
dat hem als een slimme koopjesjager oppikte bij Zwolle
en een kans gaf zijn kunsten te tonen op het podium van
de Eredivisie. Niet dat er veel eer te behalen viel in dat
seizoen, want de ploeg uit Waalwijk won slechts vijf potjes
en keerde linea recta terug naar de Jupiler League. 'Maar
toch is dat voor mij persoonlijk een heel goede periode
geweest,' zegt Boerrigter. 'Natuurlijk is het nooit leuk om
te degraderen. Maar voetballen in de Eredivisie, dat was
toch weer een stapje hoger. Ik werd zelfs clubtopscorer
en werd door de supporters van RKC verkozen tot Speler
van het Jaar. Dat was wel mooi.'
Hij weet nog dat hij na de degradatie maar wat graag was
vertrokken uit Waalwijk, naar een van de vele clubs die
toentertijd interesse toonden. Maar de beleidsmakers van
RKC hingen een dusdanig prijskaartje om zijn nek, dat het
tot zijn ergernis van een transfer niet zou komen. Toen
nog niet althans.
gens als basisspeler drie keer te scoren in de eerste vier
competitieduels. Het ging crescendo, tot die vermaledijde
rug begon op te spelen. Half novembertrof hij als invaller
nog doel tegen NAC, maar daarna was Boerrigter bijna
een half jaar veroordeeld tot een rol als toeschouwer. Dat
zijn herstel zo lang zou vergen, was niet direct duidelijk.
In december leek een rentree al aanstaande; tegen ADO
Den Haag mocht hij zelfs weer op de bank plaatsnemen.
Maar dat bleek uiteindelijk prematuur. Het zou nog tot
april duren voor hij weer aan spelen toekwam. Eerst een
invalbeurt in Heerenveen, daarna meteen weer drie goals
in twee wedstrijden, tegen De Graafschap en FC Gro
ningen. En juist toen de feestelijke climax werd ingezet,
op visite bij FC Twente, waar Ajax officieus zijn landstitel
prolongeerde, ging het voor Boerrigter andermaal mis. 'Ik
viel in die wedstrijd hard op mijn rug. Naderhand bleek
dat ik weer een breukje had opgelopen in een wervel,
maar dit keer wat hoger. Echt een bizar toeval. Pure pech.'
Andermaal moest rust de remedie zijn. Heel geleidelijk
werkte Boerrigter in de zomer aan zijn fitheid. Nadat