14 W INTERVIEW zijn eerste schreden als voetballer op een parkeerplaats nabij het Scheveningse strand. 'Daar speelden we met allemaal jongens uit de straat, een mannetje of twaalf, veertien misschien.' Begin jaren zestig sloten de twee zich aan bij JAC, waar ze beiden op prille leeftijd het eerste elftal haalden, de jongste al toen hij pas vijftien jaar was. 'In die jaren waren we allebei aanvallers,' vertelt Martin. 'Op mijn negentiende was ik bijvoorbeeld spits van Jong Oranje, bij dat toernooi in Toulon dat je nu nog steeds hebt. Gaandeweg mijn loopbaan ben ik een linie teruggezakt.' De huidige hoofdtrainer van Ajax stapte op zijn zeven tiende over naar FC Den Haag, een van de voorlopers van het huidige ADO Den Haag. 'We hadden in die jaren een gouden lichting in het Haagse jeugdelftal. ADO pikte al die talentjes op.' Smalend: 'Als tegemoetkoming gaven ze je een tramkaart en daar moest je dan heel blij mee zijn.' Omdat hij later, als afsluiting van een carrière die hem langs Ba/ern München, FC Twente, West Bromwich Al bion en Coventry City voerde, voor een tweede periode terugkeerde in het Zuiderpark, heeft Martin Jol nu een uniek rijtje in zijn cv staan. 'Ik ben de enige voetballer die kan zeggen dat hij zowel voor ADO, als voor FC Den Haag/ADO, als voor FC Den Haag, als voor ADO Den Haag heeft gespeeld.' Zijn oudere broer speelde na zijn vertrek bij JAC nog voor respectabele Haagse amateurclubs als HBS, HW, Quick en ADO, Cock (58): 'Het heeft mij nooit pijn ge- daan dat Martin naar het profvoetbal ging en ik die stap niet kon maken. Ik heb alleen maar met heel veel trots zijn verrichtingen gevolgd. Het enige wat ik hem kwalijk neem, is dat hij in 1978 niet naar Ajax is gegaan toen hij de kans kreeg.' BESLISSEND OPSTAPJE Hun wegen kwamen weer samen toen Martin na zijn pensionering als speler koos voor het trainersvak en in 1991 aan de slag ging bij de amateurtak van ADO Den Haag. Cock werd daar assistent-trainer, zoals hij dat vier jaar later ook zou worden bij SVV Scheveningen. Samen

AJAX ARCHIEF

Programmaboekjes (vanaf 1934) | 2010 | | pagina 13