SPORTGENEN
Zoals het overgrote deel van de mannelijk populatie in
Scheveningen was ook vader Jol werkzaam in de visserij.
'Tot eind jaren dertig, daarna is hij aan land gekomen,1 ver
telt Cock, 'Hij was negen jaar toen hij doorzijn opa werd
meegenomen naar zee. Zo ging dat vroeger. Het was een
hard bestaan. De broers van mijn opa zijn bijna allemaal
verdronken. Die zijn gebleven, zo noemden ze dat.'
Zoals de vissersplaats transformeerde tot een toeristisch
bolwerk, zo is van de oorspronkelijke bebouwing in Sche
veningen weinig of niets over. De sloophamer heeft er
in de loop der jaren rücksichtslos zijn werk gedaan en
de weg vrijgemaakt voor kolossale nieuwbouw. 'Het is
nu een rotzooitje, maar als alles over tweeënhalf jaar af
is, dan mag het er best zijn,' voorspelt Cock Jol, die zelf
nog over de plannen heeft vergaderd en gestemd toen
hij namens de Politieke Partij Scheveningen in de Haagse
gemeenteraad zat.
De kinderen in het gezin Jol bleken over sterke sportgenen
te beschikken. De oudste was vroeger een begenadigd
atleet en werkte later als sportleraar. Hun andere broer
was ooit nationaal bokskampioen bij de mariniers, zegt
Martin met hoorbaar ontzag. Samen met Cock zette hij