'Martin Jol heeft een ongelofelijk scherp
oog voor details, in dat opzicht is die man
echt een fenomeen'
14
W INTERVIEW
Nadat een stage bij TOP Oss niets had opgeleverd
('Daar kwamen ze ineens met de mededeling dat ik
te duur was, nog voor er ook maar over geld gesproken
was'), tekende Verhoeven in 1999 zijn eerste profcon
tract, bij het RKC van de toenmalige trainer Martin
jol. In Waalwijk opereerde de jonge doelverdediger
in de schaduw van Rob van Dijk en Khalid Sinouh
en speelde hij alleen wedstrijden bij de beloftes, maar
toch beschouwt hij zijn dienstverband in Brabant als
een zeer nuttige periode. 'Als Ajacied was ik gewend
om mooi voetbal na te streven, maar bij RKC heb ik
geleerd dat je als keeper eerst je verdediging goed neer
moet zetten. Want jouw team kan nog zo mooi en goed
voetballen, ze raken de bal ook een keer kwijt.'
De man die hem die realiteitszin bijbracht, is nu
eindverantwoordelijk voor de resultaten van Ajax en
initieerde afgelopen zomer de transfer van Verhoeven
naar zijn oude club. Martin Jol is niet veel veranderd
sinds ze samenwerkten bij RKC, vindt de doelman.
'Hij heeft nog steeds een ongelofelijk scherp oog voor
details. In dat opzicht is die man echt een fenomeen.
Bij Ajax werkt hij nu meer als manager dan als trainer,
zoals hij dat bij Tottenham en HSV gewend was. In
zijn RKC-tijd was hij nog echt de trainer, een trainer
die met beperkte middelen een absolute topprestatie
leverde.'
Na drie jaar bij de Rooms Katholieke Combinatie koos
Verhoeven voor een overstap naar Volendam, waar hij
een seizoen later zijn debuut op het hoogste niveau
maakte. Zestien optredens later degradeerde Volen
dam (niet voor het eerst) naar de Eerste Divisie. 'Dat
was weer een omslag voor mij,' legt Verhoeven uit. 'In
de Jupiler League was weer een stuk minder geregeld
dan ik bij RKC gewend was en bij Volendam waren
de middelen nog beperkter. Maar tegelijkertijd wilde
Volendam juist weer wel aanvallend en attractief voet
bal spelen. Voor de keeper heeft dat natuurlijk ook
consequenties.'In het palingdorp groeide hij uit tot
aanvoerder, boegbeeld, troetelkind en cultheld. 'Dat
ik er zeven jaar heb gespeeld, zegt genoeg. Ik was