ISMAIL AISSATI Triomfantelijk trommelend op zijn herstelde rechterknie vierde Ismail Aissati zondag zijn doelpunt tegen Roda JC. Eindelijk is hij fit en ineens heeft Ajax weer een volbloed spelverdeler tot zijn beschikking. 'Als je denkt dat je er bijna bent, en dan moet je weer van voren af aan beginnen. Dat is het moeilijkste van alles.' PERSPECTIEF VOLBLOED SPELVERDELER tekst Maarten Dekker n het schijnsel van de lichtmasten voelt hij zich als een vis in het water, maar eenmaal buiten de omlijning van het voetbalveld blijft Ismail Aissati bij voorkeur buiten het bereik van de schijnwerpers. Natuurlijk, journa listen krijgen altijd keurig antwoord op hun vragen, maar het liefst zou hij die interviews stuk voor stuk aan zich voorbij laten gaan. 'Mensen die mij goed kennen, weten dat ik niet zon prater ben. Ik houd er gewoon niet van. Laat mij maar lekker mijn gang gaan met een bal.' Maar de eerstejaars Ajacied beseft ook dat de tijd van pure lief hebberij al een tijdje achter hem ligt en dat een professioneel bestaan als voetballer meer vraagt dan alleen maar trainen en wedstrijden spelen. En dus kwam Aissati de voorbije weken een paar keer beleefd glimlachend voorbij in Studio Sport, terugblikkend op de wedstrijd van zijn nieuwe club. De te levisiekijkers zagen een timide, misschien zelfs wat verlegen jongeman en hoorden zijn bedeesde stem. 'Dat beeld klopt wel. Ik ben een stil, rustig type. Als ik dan toch voor een camera sta, ga ik me niet anders voordoen dan ik ben.' In dat opzicht had de achterliggende periode van blessureleed tenminste nog één prettige bijkomstigheid. Aissati - in de zomer voor pakweg vier miljoen euro overgekomen van PSV - verkeerde bijna zes maanden in betrekkelijke anonimiteit, in zijn eentje revaliderend, ver weg van de voortdurende aan dacht die de A-selectie van Ajax omringt. 'Zeker sinds ik weer fit ben, heb ik wel gemerkt dat je hier veel meer met de pers te maken hebt dan bij PSV. Daar schermden ze het ook wat meer af. Als je eens in de drie maanden een interview moest geven, was het veel.' Momenteel komt Aissati daar niet mee weg. Iedereen lijkt iets te willen van de man die het spel van Ajax de laatste weken van nieuwe impulsen voorzag. Sinds hij eind februari een halfuurtje mocht meedoen in de thuiswedstrijd tegen FC Volendam, heeft de ploeg van trainer Marco van Basten ineens weer een volbloed spelverdeler in de gelederen. Aissati (20) zorgt voor creativiteit op een verder vooral controlerend ingesteld middenveld, strooit met fijne passjes, ziet openingen die voor anderen onzichtbaar blijven. En dat alles met een bravoure en zelfvertrouwen die hij eenmaal buiten het veld zorgvuldig verborgen houdt. Als logisch voortvloeisel van alle arbeid die hij levert en pro fiterend van de gaten die zijn ploeggenoten voor hem trek ken, verschijnt Aissati ook geregeld zelf voor het doel van de tegenstander. Zo maakte hij zondag op bezoek bij Roda JC zijn eerste officiële doelpunt in Amsterdamse dienst. 'Mickey (Sulejmani) en Luis (Suarez) bouwden die aanval heel mooi op. Ik sloot bij en kon de bal toen met links langs de keeper schieten. Een mooi moment, ook voor mij persoonlijk.' Ruim twee jaar had de jonge Utrechter droog gestaan, sinds hij in januari 2007 als huurling van FC Twente het net vond tegen ADO Den Haag (3-1). Na zijn tijdelijke dienstverband in Enschede keerde Aissati vorig seizoen met hoge verwach tingen terug bij PSV, maar mede door een reeks trainerswis selingen kwam de middenvelder in Eindhoven nauwelijks aan de bak. 'Zo kan dat gaan. Elke trainer heeft nu eenmaal andere voorkeuren, voor spelers en voor speelwijzes. Bij Ro nald Koeman en Jan Wouters mocht ik meestal wel meedoen, maar onder Sef Vergoossen kwam ik op de bank terecht. Dat neem ik hem niet kwalijk. Achteraf moet ik vaststellen dat ik zelf ook fout zat. Vergoossen was namelijk best wel met me bezig, hij wilde me verder helpen. Maar als hij met me probeerde te praten, reageerde ik meestal als een moeilijke jongen, chagrijnig.' Alhoewel hij het uit sociaal oogpunt nog uitstekend naar zijn zin had bij de landskampioen, besloot hij omwille van het sportieve perspectief toch zijn heil elders te zoeken. Weg dus bij PSV, de club die hem als klein ventje oppikte bij het Utrechtse Elinkwijk en die hem zijn eerste schreden in het betaalde voetbal gunde, samen met zijn boezemvriend Ibrahim Afellay. 'Het was om allerlei redenen een moeilijke keuze. Maar ik voelde vooral heel sterk de behoefte om bij een andere club opnieuw te beginnen, een frisse start in een nieuwe omgeving.'

AJAX ARCHIEF

Programmaboekjes (vanaf 1934) | 2009 | | pagina 11