EEN LANGE NEUS
NAAR MAGERE HEIN
Als door een wonder ontliep Heini Otto de dood. Per toeval werd een ernstig hartprobleem geconstateerd. De grootste
angst was natuurlijk voor de dood zelf, maar de op één na grootste voor het arbeidsongeschikt raken. Want dan had
de oud-international afscheid moeten nemen van Ajax, de club waaraan hij zich zo verbonden voelt.
Historisch moment
tekst Raymond Bouwman
Otto is iedere dag blij dat hij bij Ajax kan werken. Sterker nog,
hij is iedere dag blij dat hij het leven heeft. Het had namelijk
niet veel gescheeld of hij had het loodje gelegd. Hij was sinds
2000 hoofdtrainer bij Haarlem, gedetacheerd door Ajax dat
ook toen een samenwerkingsverband had met die club, toen
er, op 12 juni 2002 bij de jaarlijkse keuring, een ruis in zijn
hart werd geconstateerd. Nou ja, een ruis.Eigenlijk had het
het geluid van een tram moeten zijn die gillend de bocht om
gaat. Er bleek uiteindelijk een scheur in de aorta te zitten en
een hartklep functioneerde niet meer. 'Ik had bij het lopen al
wel vaak het idee dat het iets moeilijker ging dan anders,' zegt
Otto. Maar ja, dan denk je dat je gewoon wat ouder wordt.
Dat was ook zo, alleen werd ik wel heel snel ouder. Het was
kantje boord. Ik kan alle dokters niet genoeg bedanken. Ik
werd negen uur lang geopereerd en had 33% kans dat ik het
niet zou overleven; 33% dat ik invalide zou raken en ook maar
33% dat ik er goed uit zou komen. Het was een spannende
toestand. Voor mij, maar zeker ook voor mijn omgeving.
Mijn vrouw en mijn dochters stierven duizend doden. Maar
ik overleefde het. Ik bleek gelukkig ook heel veel vrienden
te hebben, ook bij Ajax, die me enorm hebben gesteund.
Uiteindelijk kon ik Godzijdank weer aan de slag bij Ajax. Ik
kon het veld weer op. Ik had de mazzel dat ik in de laatste
33% viel. je kan je niet voorstellen hoe blij ik daarmee was. Ik
kreeg en krijg hier nu van iedereen steun. Van de directie, van
de collega's, van de medische staf, noem maar op. Een jonge
God ben ik niet meer, maar ik kan nog prima functioneren. Als
je dan het veld op gaat met je team om te trainen, dan kan je
niet anders dan dankbaar zijn. Ik was zo bang dat ik niet meer
bij Ajax kon werken, dat wil je niet weten. Iedere wedstrijd en
iedere training is een geschenk.'
Heini Otto is de enige voetballer die min of meer per ongeluk
in het Nederlands elftal kwam te spelen. 'D'r gaat hier op
de Toekomst geen dag voorbij of er wordt wel een grap over
gemaakt,' zegt de trainer van de D2. 'Met al die oud-spelers
hier in de technische staf, loopt hier voor 500 interlands in
de rondte. "Vijfhonderd interlands en 19 minuten," zeggen ze
dan. En elke keer is het weer leuk.' Otto heeft het over die ene
interland die hij op zijn naam heeft, toen hij op 30 mei 1975
in de 71ste minuut in de ploeg kwam voor Peter Arntz. De
aanleiding blijft een bizar historisch moment. Otto bracht jan
Jongbloed, zijn teamgenoot bij FC Amsterdam, naar het vlieg
veld voor de vriendschappelijke interland tegen Joegoslavië.
Daar aangekomen bleek dat Willem van Hanegem niet was
komen opdagen waarop bondscoach George Knobel vroeg of
Otto dan misschien even zijn voetbalschoenen kon gaan halen.
'Het was een raar soort toeval,' gniffelt Otto. 'Maar ik heb toch
het shirt bewaard, en ik ben er nog altijd trots op.'
Als pupil bij SDW was hij de hele zaterdag op het veld te vin
den, in de hoop ook nog bij andere teams mee te kunnen doen.
Meestal lukte dat wel,' zegt Otto. 'En dan was mijn dag weer
goed. Ik was echt helemaal gek van voetbal.' Het tekent de
instelling die Otto zijn carrière lang is blijven kenmerken. Otto
was de ideale prof, die het behalve tot die toevallige interland»
24 AJAX KICK OFF
AJAX - VITESSE