AJAX SUPPORTERS RAAD: JOHN VAN REENEN AJA XCULTUUR TON PRONK De Ajax Supporters Raad werd vorig seizoen geformeerd. In de Kick Off stellen de leden van de ASR zich voor aan hun medesup porters. Deze keer is het de beurt aan John van Reenen van de 2e ring west. De 49-jarige John van Reenen is zo'n supporter die al dertig jaar een seizoenkaart heeft voor Ajax. 'In mijn beginperiode zaten er in de Meer twee wekelijks maar zevenduizend supporters. Bij grote wedstrijden vonden we het al druk als er vijftienduizend mensen waren.' Dat was twee decennia later wel anders toen het stadion aan de Middenweg uit zijn voegen barstte. De verhuizing naar de Amsterdam ArenA was wat Van Reenen betreft dan ook bittere noodzaak. 'Ajax was uit zijn jasje gegroeid.' Over het nieuwe onderkomen van Ajax heeft Van Reenen wel het een en ander te melden. 'Wij krijgen van veel supporters te horen dat het allemaal zo onpersoonlijk is, dat het niet een eigen het stadion is omdat het zo vaak gedeeld moet worden. Dat kan ik eigenlijk alleen maar beamen hoewel er wel steeds meer logo's en dergelijke in het stadion te zien zijn. Waar de ASR zich de laatste tijd veel mee bezig heeft gehouden, zijn de stoeltjes in de ArenA. 'Dé wens van de supporters is dat deze helemaal rood en wit worden. Helaas zit dat er voorlopig even niet in. Er hangt een enorm financieel plaatje aan.' Een ander aandachtspunt is de afstand tussen publiek en bestuur, vindt Van Reenen. De supporter heeft een passend voorbeeld. 'Toen Ajax in 1995 de finale van Champions League moest spelen in Wenen, greep ik naast een kaartje. Mensen zonder seizoenkaart wisten dat wel te bemachtigen en dat stuitte mij tegen de borst. Ik had toch al die jaren door dik en dun in de Meer gezeten en nu op het moment suprème mocht ik niet mee. Daarop belde ik naar het stadion en werd doorverbonden met bestuurslid Oldenhof. Hij ging het uitzoeken en belde me een dag later terug met de mededeling dat ik alsnog naar Wenen kon! Dat is nu toch ondenkbaar? Zelf heeft de Loosdrechter in veel verschillende vakken gezeten. 'Ik ben begonnen in vak 409, maar dat was geen succes. Daar zaten, toen de ArenA net nieuw was, vaak uitsupporters en ik vond het maar wat vervelend als zij konden juichen.'Van Reenen zit inmiddels alweer een aantal jaar in het gezinsvak 401. 'Mijn kinderen hebben inmiddels de leeftijd bereikt dat ze andere dingen even leuker vinden, maar die komen wel weer terug. Als sluitstuk heeft het ASR-lid een boodschap voor de supporters. 'Het negativisme viert hoogtij. Als het een kwartiertje minder gaat tijdens een wedstrijd wordt er al gefloten. Natuurlijk mag je kritisch zijn, dat ben ik ook. Laten we gewoon trots zijn op deze mooie en traditierijke club.' De andere leden van de ASR, met tussen haakjes hun tribunedeel of functie, zijn: Dennis Bliek (invalideplatform), Ilona Oerlemans (le ring oost), Sander Adriaansen (le ring zuid), John van Reenen (2e ring west), Jaap Waaijenberg (le ring west), Brenda Toonen (2e ring oost), Simon Knol (2e ring noord), Ron Jansen (le ring noord), Luc Postma (ABA), Erwin Pieters (AFCA), Martine Eikelhof (SVA), Henk Voors (coördinator supportersbeleid Ajax), Jeroen Slop (directie), Miel Brinkhuis (manager communicatie) en Suzanne Adriaansen (manager supporterszaken en wedstrijdorganisatie). tekst Klaas Vos In bekerverband speelden Ajax en FC Utrecht tot nu toe slechts vier keer tegen elkaar. Twee keer was dat in de Domstad, in 1976 (2-1) en in 1986 (0-4), één maal in de Meer (1989, 2-1) en op 12 mei 2002 stonden de clubs in de Kuip tegenover elkaar als finalisten. Wamberto bracht ons team toen in de 90ste minuut in buitenspelpositie op gelijke hoogte, waarna in de verlenging Zlatan met een golden goal de beker in onze prijzenkast schoot. Een voor Utrecht-aanhangers nog immer pijnlijke gebeurtenis, die de verstandhouding tussen bepaalde groepen supporters bepaald niet bevorderde. Op spelersgebied is de relatie met de roden van Galgenwaard heel wat hechter en frequenter. Niemand minder dan Gerald Vanenburg, Marco van Basten en Wesley Snei- jder speelden weliswaar nooit voor FC Utrecht, maar hebben hun wieg en scholen wel in de gelijknamige stad staan. Daarnaast kunnen vijftien spelers genoemd worden die zowel ons rood-wit als het Utrechts rood gedragen hebben. Een ervan draagt dat rood nog steeds: Cedric van der Gun. Hij deelt deze eer met in willekeurige volgorde: Leo van Veen, Dave van de Bergh, Jan Wouters, Rob de Wit, RobAlflen, John van Loen, Mark Verkuijl, Alfons Groenendijk, Jan van Halst, Edo Ophof, Edwin Godee, John O'Brien, Ferdi Vierklau en Ton Pronk. Laatstgenoemde was de allereerste die voor beide clubs speelde. Na de verloren bekerfinale in 1969 tegen AC Milan had Rinus Michels de centrale verdediger niet meer nodig en Ton, toen nog Tonnie, vertrok naar Utrecht. Een chronisch ontstoken achillespees dwong hem op 32-jarige leeftijd te stoppen. Ton, geboren en getogen in de straat waar ik al weer twintig jaar woon, de Eerste Oosterparkstraat, waar Cor van der Hart zijn buurman was, werd trainer, maar bij ons was hij vooral bekend als scout en hoofd scouting. Vorig jaar dwong pensioen hem tot stoppen. De laatste jaren moet het geen lolletje zijn om hoofd scouting te zijn. Als het slecht gaat, ben je naast de trainer en de voorzitter de derde kop van Jut. Op origineel Amsterdamse wijze - met veel ongenuanceerd gekanker dus - werd en wordt er wat gescholden op de scouting. Die is Volkomen waardeloos, ze kunnen er geen hout vanwaarom rotten ze niet op'. En zogenaamde deskundigen als 'schoolmeester1 Spaan doen daar dapper aan mee. Het is ongetwijfeld zo dat onder leiding van Ton Pronk fouten gemaakt zijn. Spelers zijn te laat of niet gezien, etcetera. Maar het zal ook zo zijn dat er uitstekend gescout is, maar dat de toenmalige trainer een andere opvat ting had, er geen geld (genoeg) was, andere clubs meer te bieden hadden. Scouten is a hell of a job, zeker sinds het Bosmanarrest. In de tijd dat het wel goed ging - de Van Gaal-tijd - hoorde je niemand over Pronk en z'n mannen. Wat hun aandeel toen exact geweest is, weet ik ook niet, maar ik dank ze nog steeds voor onder anderen Litmanen, Finidi en Kanu. Overigens: de Utrechtse Ajacied Spelbos speelde nooit voor de lokale grootmacht, maar was er wel trainer; voor de Amsterdammer Adriaanse geldt hetzelfde: hij speelde wel voor FC Utrecht, nooit voor Ajax, waar hij wel trainer was. AJAX KICK OFF 09 AJAX - FC UTRECHT

AJAX ARCHIEF

Programmaboekjes (vanaf 1934) | 2008 | | pagina 8