Onontdekt Scouting betaald voetbal #AJAXKJCK OFF 27 Schilcher straalt onverzettelijkheid uit in de competitiewedstrijd tegen NEC in de oude Goffert. Ajax won de wedstrijd met 4-0 FOTO: GUUS DE JONG Maar na 1982 heb ik nooit meer een bal aangeraakt. Voetballen vind ik nu ook veel te gevaarlijk. Mijn lichaam is er niet meer aan gewend. Ik geniet nu vooral van langlaufen en van het kijken naar voetbal. Langlaufen is echt ontspannend. Maar voetbal heeft me nooit losgelaten.' Na een werkverband bij adidas en een terug keer bij zijn oude liefde Sturm Graz (waar hij veertien jaar technisch directeur was), maakte Schilcher zijn rentree bij Ajax. Twee jaar te rug polste Ajax' technisch directeur Martin van Geel de oud-speler voor een rol in het internationale scoutingapparaat. In Zuid- en Oost-Europa speurt de in Graz woonachtige Schilcher naar mogelijk nieuw Ajax-talent. De eigen voetbalervaringen in de top, een uitgebreid netwerk in de voetbalwereld en de onvoorwaardelijke liefde voor het spel maken van Schilcher een opvallende scout. 'Scouten is belangrijk, maar kan ook heel ondankbaar werk zijn. Wij als scouts kunnen spelers slechts presenteren, de club bepaalde tips geven. De trainers of de technische leiding kunnen het goed- of afkeuren. Om het werk goed te doen, is het belangrijk om ook Ajax zelf aan het werk te zien. Je moet weten hoe nu wordt gespeeld en wat goed of slecht is in het elftal. Ieder jaar zie ik Ajax ongeveer vier of vijf keer aan het werk.' Het aantal Ajax-wedstrijden valt in het niet bij de hoeveelheid wedstrijden die Schilcher van andere clubs of landenploegen ziet. Acht duels per week bijwonen is geen uitzondering. Geen talent mag onbekend, laat staan onontdekt blijven. 'Met de wedstrijden die ik op televisie bekijk, kom je meestal tot meer wedstrijden per week,' verduidelijkt Schilcher. 'We hebben thuis twee televisies staan. Mijn vrouw en ik hebben allebei een eigen televisie. Zo kan ik echt de hele dag bezig zijn met het voetbal.' Delen de scouts hun bevindingen regelma tig met interim-hoofdtrainer Adrie Koster? Schilcher en zijn collega-scouts voor het eer ste elftal hebben vooral veel contact met Fred Arroyo, de coördinator scouting betaald voetbal. Daarnaast is ook Martin van Geel regelmatig gesprekspartner. 'De hoofdtrainer zou gek worden als hij constant advies zou krijgen van iedere scout. Meestal selecteert Fred de tips. En soms komen alle interna tionale scouts bij elkaar in Amsterdam. Dan praten we in de ArenA en op de Toekomst ook met de trainers bij. Die gelegenheid ge bruiken we dan meteen ook om bijvoorbeeld de Al aan het werk te zien.' Waar de internationale scouts precies op let ten, blijkt gecompliceerd. De zoektocht naar potentiële nieuwe Ajacieden blijkt een lastige. Schilcher wil niet te veel weggeven. Het draagt onbedoeld bij aan de mystiek die rond scou ting hangt. De concurrentie onder de topclubs is groot, soms zelfs moordend. Uitweiden is niet op zijn plaats. 'Welke spelers uit de hui dige selectie ik heb gescout?' wordt de vraag lachend herhaald. Ernstig: 'Namen noemen we nooit. Ik ben nu anderhalf jaar actief in deze rol. Die periode is wellicht ook te kort om al te kunnen zeggen dat je een speler echt hebt "ontdekt". Enerzijds omdat een transfer ook afhankelijk is van het oordeel van de trainer en de technisch directeur. Daarbij speelt ook het financiële aspect bij de club natuurlijk een rol. Verder kost het ook tijd voordat je echt kunt zeggen of een speler geschikt is voor Ajax. Slechts uitzonderlijke spelers als Ronaldinho worden snel ontdekt.' Ajax heeft altijd een schaduwteam van het eerste elftal voorhanden in het scoutingbestand als een bepaalde positie niet vanuit de jeugdopleiding ingevuld kan worden. De scouting betaald voetbal wordt gevormd door Fred Arroyo, Gerrie Mühren en Hans van der Zee. De scouting heeft een aantal vaste steunpunten in het buitenland. Zo zijn Urbain Haesaert (België), Loic Desire (Frankrijk), John Steen Oisen (Scandinavië) en Heinz Schilcher (Oostenrijk en omstreken) de scouts die daar speuren naar talent en contact onderhouden met de basis in Amsterdam. Coördinator Arroyo wil dat elke scout vier of vijf landen als specialisme heeft. Zodat als er een naam naar boven komt, degene die het voetbal in dat land op de voet volgt, alles van die speler weet of zeer snel te weten komt.

AJAX ARCHIEF

Programmaboekjes (vanaf 1934) | 2008 | | pagina 25