'Degene die het meeste scoorde in een
wedstrijd kreeg na afloop een ijsje. Daar
deed ik het eigenlijk allemaal voor'
I HLS SIIARF7
AJAX KJCK DFf
Ijskoude afmaker
Luis Suarez kende weinig aanpassingsproblemen toen hij deze zomer de overstap maakte van
FC Groningen naar Ajax. Na vijf wedstrijden stond hij al op vijf doelpunten. Niet slecht voor een
speler, die volgens eigen zeggen helemaal niet kon voetballen.
tekst Timo Bruijns
Bijna drie maanden is Luis Suarez nu Ajacied. En in die korte tijd
heeft hij zich bij het kritische Amsterdamse publiek behoorlijk
populair gemaakt. Oké, zijn debuutwedstrijd (thuis tegen Slavia
Praag) ging met 0-1 verloren, maar Suarez zorgde dat duel wel voor
de nodige frivoliteit in het Ajax-spel. Constant slalomde hij door de
Tsjechische verdediging en dook hij gevaarlijk op voor het doel van de
keeper Martin Vaniak. Hij kreeg de bal steeds net niet het doel in, maar
versierde wel een penalty, die helaas niet verzilverd zou worden.
In de wedstrijden na zijn debuut liet Suarez zien ook over het beno
digde 'killerinstinct' te beschikken. Hoewel de resultaten van Ajax niet
altijd even goed waren, liet Suarez
bijna iedere wedstrijd zien een per
fecte aankoop te zijn. Hij scoorde,
bediende keer op keer medeaan
valler Klaas Jan Huntelaar en
bleek een plaag voor iedere verde
diger. Inmiddels staat de 20-jarige
Zuid-Amerikaan in de Eredivisie
op zes doelpunten en vijf assists.
Waar heeft de Uruguayaan zijn
kwaliteiten vandaan?
Spelen voor een ijsje
'Ik had niet heel veel talent,' zegt
Luis Suarez over de eerste stap
pen in zijn loopbaan als voet-
baller. Het klinkt vreemd uit de
mond van de technische aanval
ler die hoog staat op topscorers-
lijst van de Nederlandse com
petitie. Ongetwijfeld zit er een
stukje valse bescheidenheid in
zijn woorden, maar hij kijkt er
serieus bij. 'Echt, ik was niet zo'n
goede voetballer. Doelpunten ma
ken kon ik wel. En dat kwam goed uit, want degene die het meeste
scoorde in een wedstrijd kreeg na afloop een ijsje. Daar deed ik het
eigenlijk allemaal voor.'
Het stadje waar de ijsjachttaferelen zich afspeelden, heet Salto. Daar
werd Luis Alberto Suarez Diaz op 24 januari 1987 geboren. 'Het
Groningen van Uruguay,' noemt hij zijn geboorteplaats. En inderdaad,
de gelijkenissen zijn er. Salto ligt ook in het noorden van het land, en
zoals Groningen maar een kleine stad is vergeleken met Amsterdam,
is Salto het kleine broertje van de hoofdstad Montevideo. Op zijn
vierde begon de kleine Luis met zaalvoetbal en niet veel later stapte
hij over naar het veld. Het was niet vreemd dat hij voor voetbal koos.
Zijn vader, die momenteel in Amsterdam bij Luis op bezoek is, was
een goede verdediger en speelde in Salto op hoog amateurniveau.
'Hij is degene die me de liefde voor de bal heeft bijgebracht. Maar
speltechnisch heb ik misschien nog wel meer geleerd van mijn zes jaar
oudere broer, die ook aanvaller
is. Hij speelt nu nog altijd in El
Salvador op het hoogste niveau.'
Europa lonkt
Toen Luis zeven jaar oud was,
verhuisde hij met zijn familie naar
Montevideo. Daar werd heel snel
duidelijk dat hij meer kon dan
alleen doelpunten maken. De
aanvaller doorliep de jeugdop
leiding van profclub Nacional en
maakte in 2005 zijn debuut in
het eerste elftal. In zijn eerste
seizoen maakte hij meteen tien
treffers. Het buitenland lonkte en
FC Groningen diende zich aan.
'Ik had nog nooit van Groningen
gehoord,' zegt Suarez. 'Maar het
leek me goed voor mijn carrière
om naar Europa te verhuizen. Het
Nederlandse voetbal kende ik wel:
Ajax, PSV, Feyenoord, maar FC
Groningen was me onbekend.'
In het hoge noorden van Nederland
stelde Suarez niet teleur. Hij trakteerde het Groningse publiek op mooie
schijnbewegingen, snelle acties en in totaal tien competitietreffers. 'Ik had
het goed naar mijn zin bij Groningen,' zegt hij. 'Natuurlijk miste ik mijn
familie en vrienden in Uruguay, maar ik werd goed opgevangen door
mijn landgenoot Bruno Silva, die nog steeds bij Groningen speelt.'
11