ZONDAG 7 OKTOBER 2007 AANVANG 12.30 UUR
„Agressief spelen, kort erop, zo weinig
mogelijk ruimte weggeven en een beetje zui
gen." Als geen ander weet Olaf Lindenbergh
(33) hoe de tegenstander van vanmiddag te
bestrijden is. De defensieve middenvelder
trok begin dit seizoen de deur van Ajax met
een harde klap achter zich dicht. Tot het
eind van dit voetbaljaar is hij Spartaan.
„Gelukkig voetbal ik weer." Vandaag tegen
zijn oude club.
Zijn vertrek uit Amsterdam was geen plezierige.
Olaf Lindenbergh mocht niet eens meer mee-
trainen bij Ajax. Toen hij verhaal ging halen bij
Henk ten Cate, stuurde die hem naar technisch
directeur Martin van Ceel, die op zijn beurt weer
beweerde dat het een beslissing van de coach was.
Lindenbergh belandde bij de Beloften en zijn toe
komst was uitzichtloos. Technisch directeur Danny
Blind, zijn eerste trainer bij Ajax, verloste hem en
haalde de voetballer naar Sparta, waar hij tot aan
het eind van dit seizoen onder contract staat.
„Dat ik mislukt ben bij Ajax, kun je niet echt zeg
gen. Want wat is mislukt? In het eerste seizoen
onder Blind heb ik veel gespeeld. Toen hij wegging
uit Amsterdam, brak er een andere tijd aan. Er
kwam een trainer die het niet in mij zag zitten. Ik
had gehoopt op meer speelminuten, maar dat zat
er niet in. Daarbij kwamen ook nog de blessures die
ik opliep", vertelt Lindenbergh.
Hij rijdt vaak samen met Yuri Rose van zijn woon
plaats Purmerend naar Rotterdam om te trainen en
te spelen. Met een blij gevoel. „Gelukkig voetbal ik
weer. Ik was even het plezier kwijt. Door te spelen
krijg ik dat weer terug. Ik hoop ook zo lang mogelijk
fit te blijven. Ik vind dat er in deze ploeg veel voet
bal zit. Verdedigend moet het nog iets beter. We
krijgen teveel tegendoelpunten", zegt Lindenbergh,
met de bekerwedstrijd tegen FC Volendam nog vers
in het geheugen. „Tactisch stonden we niet goed en
we speelden ronduit slecht. Tegen Heracles kregen
we het in de tweede helft ook moeilijk, omdat de
tegenstander anders ging spelen. Daar had onze
ploeg niet tijdig een antwoord op."
27e jaargang nr. 4