Nffl
DFTOFKOMST
AJAX KJ CX Off 23
de E- en F-jes zitten nog op de basisschool, leren
thuis en trainen na schooltijd.
Ronner illustreert de uitwerking van de for
mule met een treffend voorbeeld: 'Onlangs was
ik met de Cl op een toernooi in Italië - als we
langer dan twee schooldagen weggaan, gaat er
altijd een studiebegeleider mee. We hebben een
vaste speler van het team echter niet mee laten
gaan, omdat hij niet hard genoeg geleerd had.
Hoewel we hem misten op het toernooi, gaat
de studie toch echt voor. Ook hier bij Ajax.'
Minister Plasterk knikt instemmend.
De studiebegeleiding bij Ajax behelst echter
veel meer dan het ondersteunen van de studie
alleen - het sociaal maatschappelijke deel is ze
ker zo belangrijk. Dagelijks begeleider Harry
Poelgeest helpt daarom bijvoorbeeld ook mee
met het opdienen van de maaltijden 's mid
dags. 'Ook dat kun je zien als een vorm van
begeleiding. Veertig puberende jongens kun je
nu eenmaal niet in hun eentje laten eten, dan
is de discipline zo weg. Door mee te helpen
met bedienen, houd ik ze vanzelf rustiger. Na
het eten zorg ik er dan voor dat ze hun bord
opruimen, kalm van tafel lopen en rustig een
van de zes studieruimtes inlopen. Dan is mijn
rol even klaar.' Begeleiding in de letterlijke zin
van het woord dus.
Ronner licht toe: 'Zeker. Ten eerste omdat de
jongens dit leven alleen maar kunnen leiden
zolang ze gedisciplineerd zijn. Ten tweede moe
ten ze beseffen dat de kans klein is dat ze uit
eindelijk echt hier in het eerste terechtkomen.
Kortom: ze moeten net zo gewoon doen en zich
ook net zo normaal gedragen als ieder ander
- voetballen bij Ajax is leuk, maar over een
jaar kan het al weer afgelopen zijn. Dat is ook
de reden waarom we de jongens allemaal op
hun eigen scholen laten zitten. Als ze allemaal
bij elkaar op school zouden zitten, zouden ze
kliekjes kunnen gaan vormen, zich kunnen
gaan onderscheiden van de rest omdat ze toe
vallig goed zijn in een spelletje. Nu gaan ze met
jongens én meisjes om die niet in het voetbal
wereldje leven.' Hoewel dit het vervoer dus veel
complexer maakt - Ajax haalt alle jongens 's
ochtends thuis op, brengt hen na school naar de
club en vanaf daar weer terug naar huis - kiest
Ajax hier graag voor. Dit in tegenstelling tot de
meeste andere jeugdopleidingen die gebruikma
ken van de zogeheten LOOT-scholen waarbij
alle pupillen op dezelfde school zitten.
Opvallend aan de scholierenpopulatie is trou
wens het grote aantal vwo-leerlingen. Hoofd
jeugdscouting Henny de Regt grapt dat hij de
jongens toch echt selecteert op hun voetbal
kwaliteiten. Staatssecretaris Van Bijsterveldt
toont zich onder de indruk van de schoolre
sultaten die de jongens behalen: die liggen op
elk niveau boven het landelijk gemiddelde. Ze
vindt het bewonderenswaardig hoe de spelers
omgaan met het strakke keurslijf. Ronner zegt
dat de jongens het zó ontzettend druk hebben,
dat ze gewend zijn gedisciplineerd te leven. 'Ze
halen het maximale uit hun tijd, en nemen op
school en in de vijf kwartier studiebegeleiding
per dag veel meer op dan hun klasgenoten.' De
dertien vakdocenten - voor elk vak heeft Ajax
een leraar in dienst - zorgen hier mede voor.
Het systeem bevalt de spelers ook enorm,
zo blijkt later uit de opgeluchte reacties van
enkele C2-spelers. 'Dit is zo fijn,' zegt er een.
'Hier is voor elk vak iemand die ons kan
helpen, en als ik thuis ben hoef ik nooit meer
wat te doen. Dan ben ik echt vrij.' Dit ook
tot vreugde van de ouders: omdat de jongens
van 's ochtends vroeg tot het begin van de
avond thuis afwezig zijn, hebben ze op deze
manier ook de gelegenheid om 's avonds aan
het gezinsleven deel te nemen. Het ontlokt
de minister de opmerking dat het de kunst
is om formules die werken, te herkennen.
Hij zegt dan ook zeker te zullen gaan naden
ken over hoe hij kinderen in andere situaties
ook op een dergelijke manier kan stimuleren.
Later, bij het afsluitende kijkje bij het trai
ningsveld, zijn beide bewindslieden duidelijk
ook geboeid door de intensiteit waarmee de
jongens trainen. Ze zien spelers van de D-tjes
hard werken onder leiding van Heini Otto,
Simon Tahamata en Frank de Boer. 'Ik kan
me volledig voorstellen dat de jongens zo
hard willen studeren. Wat wil je nou nog meer
dan met zulke mannen op het veld te mogen
staan?,' zegt Van Bijsterveldt. Andersom heb
ben de jongens nu geen aandacht voor haar.
Het leren is immers gedaan voor vandaag en
nu willen en mogen ze zich eindelijk weer con
centreren op wat ze het liefste doen.
Minister Ronald Plasterk en staatssecretaris Marja van Bijsterveldt in gesprek met de beleidsmakers van de Toekomst.