Minister Plasterk onder de indruk van studiebegeleiding Ajax HF TOFKOMST 22 AJAXKJC5K Orr Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap Ronald Plasterk en zijn staatssecretaris Marja van Bijsterveldt brachten op een doordeweekse maandag een werkbezoek aan de studiebegeleiding op de Toekomst. De beleidsbepalers keken hun ogen uit. tekst Tim Korenhoff Dat doen de spelers van de C2 ook, als het gezelschap rond half vijf binnenkomt. Jur Ronner, coördinator Sociaal Maatschappelijke Begeleiding en Ajax-voorzitter John Jaakke zijn de gastheren, hoofd opleidingen Jan Olde Riekerink vergezelt de groep. Hoewel studie begeleidster Sasja de Jong het team al had voorbereid, lijkt het bezoek toch nog onver wacht te komen. Het hoge bezoek en de spelers hebben duidelijk respect voor elkaar, maar minister Plasterk breekt de spanning bij de spelers door met velen een praatje aan te kno pen. Hij vraagt honderduit en laat duidelijk merken dat hij ook een voetbalfan is. Het ijs breekt snel. 'Huh, was dat een echte minis ter?,' zou één speler na afloop zelfs opmerken. Aan die spanning die vooraf heerste, zit nog een grappig aspect, zegt De Jong. 'Ik vroeg de jongens of ze wisten waarom de minister op bezoek zou komen. Eentje zei dat dat vast was om te controleren of ze wel hard genoeg werkten. Dat is in die groep een eigen leven gaan leiden, en dat heb ik maar zo gelaten.' De minister en staatssecretaris brengen het bezoek op eigen initiatief. Plasterk: 'Ik was aanwezig bij de play-offwedstrijd tegen AZ, en hoorde na afloop dat de studiebegeleiding hier zo ontzettend goed is. Dat wilde ik wel eens met eigen ogen zien.' Op amusante wijze vertelt de in Den Haag opgegroeide Plasterk dat hij bij die wedstrijd aanwezig was met collega- PVDA'er Jet Bussemaker, de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. 'ADO Den Haag en Ajax zijn mijn clubs. Toen Ajax scoorde, ging ik dus hard juichen. Jet vond echter dat dat niet kon, dat ik als minister objectief moest blijven. Nou, ik denk dat ze ge woon voor een andere voetbalclub is.' Op deze manier toont hij ook regelmatig zijn goedlachse kant aan het gezelschap. Maar vooral kijkt en luistert hij in de studielokalen. Hij ziet de jongens zitten, allemaal in trai ningspak aan hun eigen bureau. Vwo- en mbo- leerlingen zitten hier door elkaar, ieder met 'Huh, was dat een echte minister?' zijn eigen leerstof, allen in hetzelfde team. Het verschil met een klaslokaal is klein. De sfeer doet nog het meeste denken aan die op een avondschool, waar oudere mensen bewust heb ben gekozen voor een opleiding. Leren is geen verplichting, maar een keuze. Men 'klooit' hier niet. In het computerlokaal gaat het er al niet anders aan toe. Ronner zegt terloops dat alle 22 computers gloednieuw zijn. 'Op hun scholen maken ze steeds meer gebruik van computer apparatuur, dus kunnen wij niet achterblijven.' De minister en staatssecretaris tonen zich vooral onder de indruk van de formule 'School moet en Ajax mag'. Het komt erop neer dat Ajax alle 220 spelers hun voetbalopleiding alleen maar laat volgen zolang hun schoolprestaties vol doende zijn. En aangezien de jongens maar één droom hebben - profvoetballer worden - zor gen ze er wel voor dat hun schoolprestaties in orde zijn. Ajax heeft in totaal 120 A-, B-, C- en D-junioren die in het voortgezet onderwijs zit ten. Voor hen is de studiebegeleiding verplicht;

AJAX ARCHIEF

Programmaboekjes (vanaf 1934) | 2007 | | pagina 20