Uit de historie van Ajax
1960-1965: Stilte voor de storm
De eerste helft van de jaren zestig kunnen voor Ajax omschreven worden als
'een stilte voor de storm', voorafgaand aan de successen aan het eind van dat decen
nium. Onder leiding van de Engelsman Vic Buckingham speelde Ajax wel een aardige
serie wedstrijden, maar won het geen enkel landskampioenschap.
In de Nederlandse competitie bleef Feyenoord een geducht tegenstander. In het sei
zoen 1960-1961 werd in het onderlinge duel met 9-5 verloren en moest Ajax genoegen
nemen met een tweede plaats.
Vic Buckingham was van 1959-1961 en 1964-1965 hoofdtrainer.
Op Europees niveau kon de club niet meekomen. De droom om
in de Europa Cup I te spelen, na het behalen van het landskam
pioenschap in 1960, werd in de eerste ronde verstoord door de
amateurs van het Noorse Fredrikstad (6-2, 0-0]. Ook het mee
spelen in de Europa Cup II in 1961 liep uit op een teleurstelling.
In de tweede ronde van het toernooi voor Europese bekerwinnaars werd Ajax door het
Flongaarse Ujpesti Dosza uitgeschakeld (2-1, 3-1).
Het seizoen 1960-1961
Ajax won in het seizoen 1960-1961 het toernooi om
de KNVB-beker, de eerste die.werd gespeeld sinds
de Tweede Wereldoorlog. In het laatste kwartier
van de finale tegen NAC scoorde Flenk Groot alle
drie de doelpunten.
Het seizoen 1966-1965 is een absoluut dieptepunt
in de naoorlogse geschiedenis van Ajax. Op drie punten na degradeerde de club naar
de tweede divisie. Dit ondanks de aanwezigheid van spelers als Sjaak Swart, Johan
Cruijff, Piet Keizer en Wim Suurbier, die later furore in Europa maakten. Vic Bucking
ham trok zijn conclusies en vertrok.
Het bestuur, met Jaap van Praag als kersverse voorzitter, stelde met onmiddellijke
ingang Rinus Michels, oud-speler en trainer van Zandvoort-Meeuwen en AFC, aan als
opvolger. Michels, die op het moment van aantreden leraar lichamelijke opvoeding
was en trainer van JOS, werd de eerste Nederlandse vaste trainer van Ajax en bracht
de club definitief naar de Europese top.
Met de komst van Rinus Michels, bijgenaamd "De Sfinx" omdat hij tijdens zijn werk
vervolg op pagina 8 ->