BIOGRAFIE PHILIPPE LÉONARD LEONARD IS UIT HET JUISTE HOUT GESNEDEN Met Philippe Léonard hoopte technisch manager Peter Bosz afgelopen zomer eindelijk een structurele oplossing te heb ben gevonden voor het al jarenoude linskbackprobleem van Feyenoord. Maar omdat de Belg een conditionele achter stand had en jongeling Royston Drenthe zich ondertussen kranig weerde, bleven zijn optredens voor Feyenoord tot dusver beperkt tot het tweede elftal. Als de voortekenen niet bedriegen gaat Léonard vandaag echter zijn competi tiedebuut maken voor Feyenoord. Tegen Ajax nog wel. Extra zenuwen veroorzaakt dat niet bij de Waal, integendeel: 'Ik kan me geen mooier podium voorstellen', zegt hij. Philippe Léonard is een geboren en getogen 'Liègois'. Hij groeide er op in een sportgek gezin, als zoon van Guy en Michelle Léonard en grote broer van Laetitia. Vader Guy, een voormalig doelman van onder andere KV Mechelen en RWDM én vijfvoudig Belgisch international, dreef en drijft een groot garagebedrijf in Sprimont. Auto's waren zodoende Philippe's eerste liefde. 'In de zomer hadden we altijd twee maanden vrij. Mijn vader verplichtte me dan om één van die twee maanden te werken in zijn bedrijf. Dan hielp ik mijn oom die hoofdmecanicien was. Het was niet altijd even leuk om mijn vriendjes dan buiten te zien spelen, maar ik heb er wel geleerd dat er met hard werken niks mis is. Sterker nog, het is een vereiste. Die instelling heeft me later in mijn carrière altijd geholpen.' De loopbaan van Léonard begon op het veld van Sprimont, maar al na vijftien wedstrijden stond het grote Standard op de stoep. Keeper wilde de kleine Philippe ook daar alleen niet worden, ook al was zijn vader nog zo succes vol onder de lat. 'Ik vroeg of we bij de pupillen ook met die grote goals moesten spelen. Dat bleek zo te zijn, nou toen hoefde het van mij niet meer. Toen ben ik op het middenveld gaan spelen en dat is tot aan mijn debuut in het eerste van Standard zo gebleven.' Dat hij een beroemde vader had, was voor Philippe geen belemmering. 'Mijn vader wilde absoluut niet dat men sen dachten dat ik bij Standard voetbalde, omdat ik 'de zoon van' was. Daarom kwam hij ook nooit kijken. Stonden alle ouders van de spelers aan de zijlijn en ook mijn moeder, maar mijn vader was er nooit. Tenminste, dat dacht ik. Tot ik hem een keer betrapte. Ons veld lag naast een bos en ik zag plotse ling iemand wegduiken achter een boom. Bleek het mijn vader te zijn. Na de wedstrijd gaf hij me allerlei

AJAX ARCHIEF

Programmaboekjes (vanaf 1934) | 2006 | | pagina 96