Amsterdammer
Mauro Rosales 13
club, laat de eerstvolgende wedstrijd niet lang verstandigst. De eerste maanden waren hard,
meer op zich wachten. De Zuid-Amerikaan
hoeft dus geen speelminuten te missen.
'Voorlopig is het trainen, trainen, trainen.
Lekker trainen met de bal. I'm just training to
feel okay.' Ook met de arbeidsmoraal van de
buitenspeler blijkt weinig mis.
Zorgelijkheid past de 25-jarige Rosales niet.
De aanvaller behoort ongetwijfeld tot de vro
lijkste Ajacieden in de selectie van trainer
Ten Cate. Wie Rosales waar dan ook tegen
het lijf loopt, wordt vaak getrakteerd op
een lach. Soms zelfs ook op een woordje
Nederlands. Rosales heeft niet stilgezeten,
de afgelopen jaren in Amsterdam. Twee jaar
mag de Argentijn zich inmiddels voetballend
gezien een Amsterdammer noemen. Het klas
sieke roodwitte shirt staat de flankaanvaller
prima. Het gitzwarte haar contrasteert fraai
met het heldere tenue. De club is blij met
Rosales. De speler is tevreden bij
en happy met 'zijn' Ajax. 'Toch
waren mijn eerste drie, vier
maanden in Holland moeilijk,'
gaat Rosales even terug in de
tijd. 'Ik heb me vaak ge
noeg afgevraagd hoe iets
was of werkte. Binnen
en buiten het veld. In
Argentinië wordt bij
voorbeeld anders ge
voetbald. Mijn oude
coach Marcelo Bielsa
leerde me ooit dat ik
altijd de bal moest heb
ben. Gevolg was dat
als ik vijf minuten geen
bal kreeg, ik gek werd. In
mijn eerste wedstrijden voor Ajax
ging ik daarom maar de bal halen,
als ik hem een tijd lang niet kreeg.
Razendsnel is me daarom één les
geleerd: dat ik altijd op mijn positie
moet blijven. Het was even wennen.
Maar al snel realiseerde ik me dat
het helemaal niet gek is om een bal
letje af te wachten. Uiteindelijk heb ik
me neergelegd bij alle nieuwe
ervaringen. Dat was het
maar leerzaam.'
Het voorval illustreert de cultuurschok die
Rosales moet hebben gevoeld als kersvers
Ajacied. Afkomstig van en opgeleid door
de Argentijnse topclub Newell's Old Boys,
maakte de aanvaller bij Ajax kennis met de
Europese voetbalmores. Een cultuurschok als
lakmoesproef. Het is een test die elke Zuid-
Amerikaan ondergaat als voet wordt gezet
op Europese voetbalgrond. Buiten de relatief
Zuid-Amerikaans getinte voetballanden als
Spanje, Italië en Portugal om, blijken overige
Europese competities moeilijk te slechten bas
tions voor continentale nieuwkomers.
Weet de nieuwkomer zich aan te passen, dan
ligt niet zelden een geslaagde voetbalcarrière
in het verschiet. Heeft de beoogde aanwinst
moeite met de nieuwe (voetbal)cultuur dan
wordt het verblijf al lastiger. Ingewikkelder
vooral. Rosales weet het uit eigen en an
dermans ervaring. 'Van sommige Argentijnse
spelers vraag ik me echt af waarom ze in
'onze' derde divisie spelen,' zegt Rosales.
Voor de duidelijkheid: het 'ons' slaat op
de derde voetbalniveau in het thuisland
Argentinië. 'Veel spelers heb ik vroe
ger leren kennen als uitstekende
voetballers. Uiteindelijk
redden veel jongens
het hier niet omdat
ze zich niet aan wil
len of kunnen passen.
Of, gewoon omdat ze
het niet zonder fami
lie of vrienden redden.'
Rosales leerde zich al
op jonge leeftijd zelf
standig redden. Hij
plukt er nog steeds
de vruchten van. 'Bij
mijn oude club Newell's deelde ik
een huis met drie andere beloften
van de club. Ik was toen een jaar
of vijftien en was driehonderd
kilometer verwijderd van mijn
ouders, familie en vrienden.
Natuurlijk had ook ik heim
wee. Op een dag heb ik
letterlijk tegen mezelf
ik mis mijn
Ajax Kick Off Vitesse