Vanaf dat moment wordt Elia elke dag rond half twee opgehaald van school en rijdt een busje vol met Ajaxtalenten naar jeugdcomplex De Toekomst, tegenover de Amsterdam ArenA. „Vaak zaten lera ren ons daar al op te wachten en kregen we eerst weer les. Dan trainen of soms eerst eten, alles was geregeld. En dan werden we 's avonds weer naar huis gebracht." En zo rijden vanuit vele hoeken van Nederland busjes van en naar de ArenA. Maar waar ze ook vandaan komen, de jongens worden op dat moment gezien als Amsterdammers, aldus Elia. „Voor spelers van andere clubs ben je gewoon een Amsterdammer. We gingen ook allemaal steeds meer zo praten, omdat je heel de dag niks anders hoort. Elke zin met 'man' erin, je gaat er zonder dat je het zelf in de gaten hebt in mee." Eljero Elia kreeg na twee seizoenen te horen dat hij moest vertrekken bij Ajax. „Ik zat in de C1 en had een lekker seizoen gedraaid. Ik was toen ook al spits, maar speelde daar rechtshalf of soms rechtsback, ik heb in die jaren echt leren bikkelen. Ik was ervan overtuigd dat ik mocht blijven, had alle wedstrijden gespeeld. Natuurlijk baal ik er nog steeds wel eens van dat ik weg moest, als je aan de top zit wil je daar ook proberen te blijven. Achteraf begrijp ik wel waarom ik weg moest. Ik was vaak te gemakkelijk, zowel binnen- als buiten het veld. Ik dacht te vaak 'het komt wel goed' en vergat daardoor vaak om te schakelen." Uiteindelijk is het ook goed gekomen met Elia, maar zoals iedereen heeft ook hij daar kei- en keihard voor moeten werken. Hij wil graag dat de mensen van hem houden, maar niets komt aanwaaien, dat realiseert de jongeling zich ondertussen donders goed. En ook al kan het hem allemaal niet snel ge noeg gaan, hij ziet ook wel in dat hij voor iemand van zijn leeftijd al veel wedstrijden in de basis heeft gestaan op het hoogste niveau van Nederland. Ui teraard wil hij nog steeds graag laten zien dat de hoge heren bij Ajax het verkeerd hebben gezien. Zodoende was de goal die hij eind september in de ArenA maakte extra lekker. „Toen ik de 2-1 maakte was ik wel erg blij, maar durfde geen seconde te dromen dat we daadwerkelijk nog gelijk zouden maken in blessuretijd. Toen Saeijs scoorde dacht ik 'yes', want ik besefte heel goed hoe veel pijn dit deed in Amsterdam. In de jeugd wordt bijna elke wedstrijd makkelijk gewonnen, maar in de Eredivi sie komt er meer bij kijken dan Amsterdamse bluf. Dan moet er gebikkeld worden en komt het op kracht aan, daardoor konden wij nog een puntje weghalen." Jongens uit de generatie van Elia die wel de weg naar het eerste elftal van Ajax hebben gevonden, zijn op dit moment Ryan Babel en Urby Emanuels- on. „Met hen heb ik inderdaad samengespeeld. Niet met Ryan samen in de spits helaas, want ik stond op het middenveld. Dat gebeurt vaak bij Ajax, dat ze jongens op hele andere posities neerzetten dan waar ze oorspronkelijk speelden. Emanuelson bij voorbeeld kwam als linksbuiten en wordt nu gezien als een echte linksback. Ondanks dat ik niet op mijn eigen plaats speelde, kon ik later wel merken hoe veel ik geleerd had. Toen ik als vijftienjarige terug kwam bij ADO lag ik technisch en tactisch voor op de rest, dan zie je pas hoeveel je opgepikt hebt." Eljero Elia is blij met de nieuwe spelers die in de win terstop naar ADO Den Elaag zijn gekomen, maar hij ziet ook dat er met Paulus Roiha een nieuwe concur rent is opgestaan. „Het zijn alle vijf heel goede spe lers, dat zie je meteen op de training. En Roiha moet ik als een concurrent zien die ik achter me wil laten, er is geen andere manier." Voor de wedstrijd van van daag tegen Ajax ziet 'Elli' wel kansen. „We moeten maximale strijd leveren en elke tweede bal hebben. Als we bikkelen, gaat het publiek vanzelf achter ons staan en dan kan er van alles gebeuren."

AJAX ARCHIEF

Programmaboekjes (vanaf 1934) | 2006 | | pagina 25